HIV-infectie
Humaan immuundeficientievirus (hiv) is de naam van het virus dat verantwoordelijk is voor een hiv-infectie. Dit betekent: virus dat de menselijke afweer (het immuunsysteem) afbreekt.
Oorzaken uitklapper, klik om te openen
Besmetting met hiv
Hiv kan overgebracht worden door:
- sperma
- vaginaal vocht
- bloed
- vruchtwater
- vocht dat zich in het lichaam bij verschillende ziekten kan vormen, bij voorbeeld buikvocht, vocht rondom het hart, vocht in de borstholte etc.
Het virus kan overgebracht worden als deze lichaamseigen materialen in contact komen met een wond (kapotte huid), slijmvlies (zoals anus, vagina, penis, mond) of direct met het bloed van de niet geinfecteerd iemand.
Hiv kan niet overgebracht worden door:
- een hand geven
- zoenen
- hoesten en niezen
- zweet, tranen en speeksel
- de wc-bril
- muggen
- het eten van een maaltijd die is gemaakt door iemand met hiv of aids
- drinken uit dezelfde kopjes
- douches, zwembaden en sauna’s
Het hiv verspreidt zich langzaam naar de lymfeklieren. Hier besmet het witte bloedcellen: de CD4-positieve T-lymfocyten (verder aangeduid als CD4-cellen). Het hiv gebruikt deze CD4-cellen om zichzelf te vermenigvuldigen. CD4-cellen zijn witte bloedcellen die erg belangrijk zijn voor de afweer van ons lichaam. De termen CD4-cel of T4-cel worden vaak door elkaar gebruikt, we bedoelen dan dezelfde witte bloedcel.
Er zijn verschillende witte bloedcellen, die allemaal een specifieke afweerfunctie hebben. Samen vormen zij een belangrijk deel van de menselijke afweer (het immuunsysteem), die ons lichaam beschermt tegen ziekten van buitenaf.
Wat doet het hiv in het lichaam?
Het hiv dringt een CD4-cel binnen en vermenigvuldigt zich met behulp van de ‘bouwstenen’ van de CD4-cel. De nieuw gevormde virusdeeltjes verlaten de CD4-cel, om weer andere CD4-cellen binnen te dringen. CD4-cellen sneuvelen geleidelijk aan, en hoe meer er kapot gaan hoe minder CD4-cellen er overblijven. Zo zal het aantal van CD4-cellen dalen. En hoe slechter dus de afweer van uw lichaam wordt met het risico dat u een infectie met een andere ziekteverwekker op kan lopen.
Onderzoek en diagnose uitklapper, klik om te openen
Het is belangrijk om te weten in welk stadium de infectie is en wat de invloed van de infectie is op uw weerstand. Meeste informatie over uw infectie krijgen wij uit deze twee bepalingen: de viral load (ook wel hiv-RNA genoemd) en het aantal CD4-cellen.
Aan deze twee bepalingen samen kunnen we zien hoe ernstig de hiv-infectie is en hoe de afweer van uw lichaam is.
Wat is een bepaling van de viral load?
Bij de bepaling van de viral load (virale lading) meten we de hoeveelheid hiv-deeltjes per milliliter bloed. Hiervoor nemen we 10 ml bloed af, dat is één buisje bloed.
Wat is een CD4-bepaling?
Bij de CD4-bepaling meten we het aantal CD4-cellen per kubieke milliliter bloed. Hiervoor nemen we 5 ml bloed af, dat is één buisje bloed.
Wat betekent de uitslag van het bloedonderzoek?
Hoe hoger de viral load is, hoe meer virusdeeltjes er in het bloed zitten. Bij een hoge viral load daalt het aantal CD4-cellen meestal sneller. Hoe minder CD4-cellen er zijn, hoe slechter de afweer is. Bij een vergevorderde hiv-infectie is het aantal CD4-cellen laag. Als het aantal CD4-cellen onder de 200 per milliliter zakt, is er een risico op opportunistische (of gelegenheids)infecties. Dat zijn infecties door micro-organismen die bij mensen met een normale afweer geen klachten geven.
Na het begin van de behandeling van de hiv-infectie, gaat het aantal CD4-cellen stijgen. Meestal nemen de CD4-cellen in de eerste drie maanden na het begin van de behandeling vrij snel toe. Later gaat dit minder snel. Hoe lager het ‘uitgangsaantal’ van de CD4-cellen is, hoe langer het kan duren voor dit hersteld is.
Behandeling uitklapper, klik om te openen
Bij de behandeling van een hiv-infectie willen we bereiken dat er zo weinig mogelijk van het hiv-virus in het lichaam is. Hierdoor verbetert uw afweer. We gebruiken hiervoor medicijnen die we anti- retrovirale middelen ( of de hiv-remmers) noemen. U krijgt altijd een combinatie van drie of meer van deze middelen. Deze behandeling wordt ook een HAART (highly active antiretroviral therapy) of cART (combination antiretroviral therapy) genoemd. Deze behandeling moet de aanmaak (vermenigvuldiging) van het virus zoveel mogelijk tot stand brengen. Hierdoor kan het aantal CD4-cellen weer toenemen en verbetert de afweer van uw lichaam.
Keuze van de behandeling
Als we kiezen welke medicijnen u het beste kunt gebruiken, dan houden we rekening met onder meer:
- hoe gemakkelijk u het medicijn kunt innemen, dus of u ze één keer per dag of vaker moet innemen en of u er rekening mee moet houden met eten
- gebruik van andere (niet-hiv-)medicijnen
- gevoeligheid van het hiv voor hiv-remmers, dit noemen we het resistentieprofiel
- bijwerkingen van medicijnen die u eerder hebt gebruikt
- bijwerkingen van de hiv-remmers
- of u zwanger wilt worden
Bij het UMC Utrecht uitklapper, klik om te openen
Meer informatie
Informatie over generieke medicijnen
Het kan voorkomen dat u in uw apotheek een medicijn krijgt dat anders lijkt te zijn dan waar u al jaren aan gewend bent. Het gaat dan om de merkloze variant van uw vertrouwde medicijn. Wij noemen dit een generiek medicijn.
Vooruitzichten
Helaas kunnen we de hiv-infectie niet genezen met de medicijnen die er nu zijn: het virus verdwijnt nooit helemaal uit uw lichaam. Ook als we het virus niet meer in het bloed kunnen vinden, zit het toch nog in andere delen en cellen van het lichaam, bijvoorbeeld in de lymfeklieren.
Wat u zelf kunt doen?
Bescherming van anderen tegen hiv
Bij de bescherming van anderen tegen hiv zijn drie dingen heel belangrijk:
- Gebruik condooms bij anale, vaginale en orale seks (condoom of beflapje).
- Laat anderen nooit injectienaalden gebruiken die u al hebt gebruikt.
- Geef geen bloed aan de bloedbank voor bloedtransfusie als u (denkt dat u) besmet bent met hiv of risico hierop hebt gelopen.
Onveilig seksueel contact
Als u een risicovol (seksueel) contact hebt gehad, waarbij u het hiv-virus mogelijk via bloed, sperma, voorvocht of vaginaal vocht hebt overgedragen aan iemand anders, dan kan deze persoon in aanmerking komen voor een behandeling: de zogenoemde postexpositie profylaxe (pep). Het is belangrijk dat de patiënt (partner) zo snel mogelijk na de mogelijke besmetting begint met de pep. Neem dan contact op:
- Binnen kantooruren met uw verpleegkundig consultent via het secretariaat van de polikliniek Infectieziekten.
- Buiten kantooruren met de verpleegafdeling C2 west, die u doorverbindt met de dienstdoende arts-assistent.
Uw verpleegkundig specialist kan u tijdens een afspraak meer informatie geven over risicovolle seksuele handelingen.
Emotionele gevolgen HIV-infectie
Als u te horen krijgt dat u geïnfecteerd bent met hiv, dan verandert uw leven daarmee ingrijpend. Een hiv-infectie kan daardoor impact hebben op maatschappelijk, sociaal en psychisch gebied.
Na de diagnose
Of u het nu verwachtte of niet: als u hoort dat u hiv-geïnfecteerd bent, dan is dat ingrijpend en verdrietig. In de periode daarna krijgt u waarschijnlijk te maken met gevoelens van angst, verwarring en onzekerheid. Uw hele leven lijkt dan in het teken te staan van de hiv-infectie. De verwerking van het slechte nieuws kost tijd en duurt bij de meeste mensen lang. Uiteindelijk vindt iedereen een eigen manier om om te gaan met het feit dat hij/zij een hiv-infectie heeft.
Vertellen of geheimhouden
Het besluit aan wie u vertelt dat u hiv-positief bent en aan wie juist niet, is niet gemakkelijk te nemen. U bent niet verplicht aan anderen te vertellen dat u een hiv-infectie hebt. Ook niet aan uw werkgever en collega’s.
Als u besluit het aan iemand te vertellen, bedenk dan wát u wilt vertellen. Houd er rekening mee dat sommige mensen heel heftig kunnen reageren. Ook kunnen zij er verdriet van hebben of er geen raad mee weten en daardoor afstandelijk reageren.
Misschien vindt u het prettig om één persoon in vertrouwen te nemen, waarmee u uw emoties kunt bespreken en aan wie u steun kunt vragen. Als de band met iemand sterker wordt, is dat vaak een aanleiding om de ander in vertrouwen te nemen. Hoe langer u het uitstelt om het te vertellen, hoe moeilijker het wordt.
U kunt uw vragen of zorgen over het wel of niet delen met anderen van de diagnose altijd bespreken met uw verpleegkundig specialist. U kunt degene die u het wilt vertellen ook meenemen naar het ziekenhuis. Dan kunt u het vertellen met de verpleegkundig specialist erbij.
Wilt u niet (direct) iemand in uw omgeving in vertrouwen nemen, maar wilt u er wel over praten? Bel voor een vertrouwelijk gesprek met het servicenummer van de Hiv Vereniging Nederland (HVN) of het Marieke Bevelanderhuis: http://www.mbhuis.nl
Hiv en samenleving
De mensen in uw omgeving reageren misschien niet zoals u graag zou willen. Mogelijk komt dat doordat ze weinig weten over hiv en aids en hierover misschien vooroordelen hebben. Houd rekening met negatieve reacties, zelfs in uw eigen vrienden- en familiekring.
Verzekeringsmaatschappijen stellen vragen over de gezondheid. Deze vragen moet u eerlijk beantwoorden.
Sinds maart 2005 kunnen mensen met hiv een levensverzekering afsluiten. Voor meer informatie kunt u bij de Hiv Vereniging Nederland terecht.
Ook op uw werk kunt u te maken krijgen met soms discriminerende regels. Een werknemer mag nooit ontslagen worden omdat hij hiv-geïnfecteerd is.
Hiv of aids is geen reden om iemand af te wijzen voor een basispakket van de ziektekostenverzekering. Voor aanvullende verzekeringen kan dit anders zijn en kan de verzekeringsmaatschappij een hogere premie vragen. Vraag meer informatie bij de Hiv Vereniging Nederland.
Hiv en seksualiteit
Als u net hebt gehoord dat u hiv-geïnfecteerd bent, kan het gebeuren dat u een tijdje geen zin
hebt in seks. Het feit dat een hiv-infectie kan worden opgelopen door seks, maakt dit nog ingewikkelder. Maar u kunt in deze moeilijke periode juist behoefte hebben aan intimiteit. Als hiv een plaats heeft gekregen in uw leven, dan kan ook de zin in seks weer terugkomen.
Iemand met een hiv-infectie kan nog steeds seks hebben. Maar u moet veilig vrijen, met condoom, zodat uw partner geen risico loopt op een hiv-infectie. Met de vragen over seksualiteit en veilig vrijen kunt u ook bij uw verpleegkundig specialist terecht.
Hiv en vakantie
Als u een hiv-infectie hebt, kunt u binnen de EU zonder problemen reizen. Een aantal landen buiten de EU heeft een inreisbeperking voor mensen met hiv of aids. Dit geldt vaak voor een verblijf van langere tijd en meestal niet voor toeristen. Als u buiten de EU wilt gaan reizen, kunt u op hivtravel.org checken of er inreisbeperkingen zijn.
Vaccinatie
Voor reizen naar sommige tropische landen zijn vaccinaties aanbevolen of verplicht. Soms raden we dit af bij mensen met een hiv-infectie. Als u op reis gaat, verwijzen wij u voor reis- en vaccinatieadvies door naar onze vaccinatiepolikliniek.
Hiv en leefstijl
Een gezonde leefstijl is belangrijk voor mensen met en zonder hiv, omdat dit de kans op hart- en vaatziekten kan verkleinen.
Een gezonde leefstijl betekent:
- gevarieerde voeding en weinig vet
- tenminste vijf dagen van de week een half uur bewegen
- niet roken
- weinig alcohol drinken
Meer informatie over gezonde voeding vindt u op de website van het voedingscentrum[LINK: https://www.voedingscentrum.nl/nl.aspx].
Niet alleen een ongezonde leefstijl verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Andere factoren zijn:
- overgewicht
- hoge bloeddruk
- afwijkend cholesterol
- hart- en vaatziekten in de familie
- leeftijd
Ook de hiv-infectie kan de kans op hart- en vaatziekten iets verhogen. Tijdens uw controles in het ziekenhuis bespreken we de kans op hart- en vaatziekten met u. Soms adviseren we u uw leefstijl aan te passen.
Het aanpassen van uw leefstijl betekent een verandering van gewoontes, bijvoorbeeld stoppen met roken. Dat is vaak erg moeilijk, maar stoppen met roken kan de kans op hart- en vaatziekten aanzienlijk verkleinen. Uw behandelend arts en verpleegkundig specialist kunnen met u bespreken welke mogelijkheden er zijn om u te ondersteunen. Ook kunnen ze u doorverwijzen als dat nodig is.
Meer informatie
Wanneer u te horen krijgt dat u een hiv-infectie hebt, treden er verschuivingen op in uw leven. Ook uw partner, kinderen of familie ervaren die verschuivingen. Het leven met hiv lukt bij de ene persoon beter dan bij de ander. U kunt bijvoorbeeld problemen ervaren op gebieden als:
- relaties / sociaal netwerk
- werk / opleiding
- wet- en regelgeving
- wonen
- opvoeding
- seksualiteit
Door deze problemen kunt u uit balans raken. U kunt hierover in gesprek gaan met de verpleegkundig specialist. In de gesprekken kunnen zowel praktische als psychosociale vragen aan bod komen. Soms blijkt dat er een verwijzing nodig is naar bijvoorbeeld het algemeen maatschappelijk werk of een psycholoog/psychiater.
Patiëntenverenigingen/ fondsenwervers
De Hiv Vereniging zet zich in voor gelijke behandeling van mensen met hiv. In elke situatie, op elk moment. Wij geven informatie, zorgen voor uitwisseling, behartigen jouw belangen en bieden ondersteuning.