”Op school ben ik wel eens een wandelende ziekte genoemd”
Uit de kast komen voor je seksuele geaardheid of je genderidentiteit. Voor sommigen een feestje, voor anderen een zenuwslopend moment. De sociale acceptatie van lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders is helaas in Nederland nog niet altijd een vanzelfsprekendheid.
Coming-Out day: hoe zag die er voor jou uit?
Niek: “Coming Out Day was voor mij heel erg zenuwslopend. Ik ben rondom 11 oktober 2013 - Coming Out Day - uit de kast gekomen voor mijn ouders, broer en schoonzus. Oftewel: dit jaar 10 jaar vrijheid, blijheid! Ik liep al geruime tijd rond wetende dat ik jongens leuk vind, en meisjes niet op dezelfde manier. Dat begon aan mij te knagen: ik voelde me niet mijzelf, kleedde mij slecht, verzorgde mij slecht en ik had soms duistere gedachtes. Ik zat haast tegen het depressieve aan. Dat moest anders! Maar hoe? Ik durfde het niet hardop te zeggen want, dan was het echt officieel voor mijn gevoel.
Mijn ouders waren op vakantie en ik sliep bij mijn (bonus) opa en oma. Ik was zo ongelukkig hoe ik mij toen voelde en ik moest het die specifieke avond echt kwijt aan mensen. Toen heb ik een heel lang WhatsApp-bericht verstuurd naar mijn ouders met als afsluiter ‘ik hoop dat jullie nog van mij houden en dat ik nog thuis mag komen'. Dat mocht. Voor mijn ouders was ik niet opeens iemand anders omdat ik op jongens val, dus hun liefde voor mij ook niet. Ook mijn broer en schoonzus waren super liefdevol en gaven aan dat het hun echt niets uitmaakt en dat ze het eigenlijk allang wisten.”
Hoe reageerde andere mensen om je heen die je het vertelde?
“De reacties waren gemixt. Alle meiden op school waren direct fan van mij en ik was van iedereen ineens hun ‘gay bestfriend’. Maar niet iedereen op school nam het even goed op. Ik ben een wandelende ziekte genoemd, dat ik naar de hel zou gaan en dat ik simpelweg ‘gewoon’ dood moest, omdat ik een zonde was. Toentertijd probeerde ik het allemaal te negeren en door te gaan als de vrolijke jongen die ik ben, maar terugkijkend op die reacties is dat best wel zwaar om te horen als je 14/15 jaar oud bent en je nog steeds jezelf aan het ontdekken bent.
Gelukkig had ik een hele speciale titel voor die tijd; ik was de allereerste openlijk homoseksuele jongen op die school! Vele volgden na mij, tot op de dag van vandaag hoor ik nog van mensen terug dat ze mij dankbaar zijn, omdat ik hun liet zien dat het ‘gewoon’ kan, want het is ook ‘gewoon en normaal’.”
Hoe vind je dat het is gesteld met de sociale acceptatie van de LHTBQIA+-gemeenschap bij het UMC Utrecht?
“Ik was in eerste instantie teleurgesteld dat er zo weinig zichtbaar was over diversiteit en inclusiviteit. Zo hoopte ik dat op 1 juni, bij de start van Pride Month, alle regenboogvlaggen bij het UMC Utrecht waren uitgehangen. Dat vond ik wel echt een teleurstelling. Gelukkig zijn er kleine dingen waar ik heel blij van werd, zoals de regenboog keycords. Waarom? Dat is voor mij echt een vorm van acceptatie. Ik voel me gesteund, ook als iemand hem draagt die niet uit de regenboogfamilie komt. Het kleine regenboogvlaggetje bij de ICT-Helpdesk bij het Facilitair Service Centrum helpt ook. En dat ik door mijn team ben omarmd voor wie ik ben, en volledig mijzelf kan zijn. Ondanks de soms wat ongemakkelijke vragen van collega’s die er niet echt bekend mee zijn, bijvoorbeeld vanwege hun geloofsovertuiging. Het laat allemaal zien dat mensen willen leren en erover willen leren, om je beter te begrijpen.
Met de komst van het LGBTQIA+ netwerk in het UMC Utrecht, komt er hopelijk steeds meer kleur in het UMC Utrecht.