Cisternografie
Het doel van een cisternografie is informatie krijgen over de stroming en/of eventuele lekkage van hersenvocht (liquor). Via een ruggenprik wordt een kleine hoeveelheid van een radioactieve vloeistof toegediend in het ruggenmerg. De stroming van het hersenvocht wordt daarna gedurende enkele dagen (maximaal 3 dagen) gevolgd.
Indien nodig krijgt u ook gedurende enkele dagen oor- en/of neuswatten. Met deze watten kan bepaald worden of er lekkage van hersenvocht vanuit de oren en/of neus plaatsvindt. Indien dit bij u nodig is krijgt u hiervoor een aparte afspraak via de KNO polikliniek.
Dit onderzoek vindt op verschillende dagen plaats:
Cisternografie
-
Dag 1: inbrengen neus/oorwatten bij KNO
-
Ruggenmergpunctie en toedienen radioactieve vloeistof
-
Wachttijd (duur 4 uur)
-
Opnames 4 uur na toedienen (duur: 1 uur)
-
Dag 2: bloedafname op nucleaire geneeskunde
-
Opnames 24 uur na toedienen (duur: 1 uur)
-
Wisselen neus/oorwatten bij KNO
-
Dag 3: bloedafname op nucleaire geneeskunde
-
Opnames 48 uur na toedienen (duur: 1 uur)
-
Verwijderen neus/oorwatten bij KNO
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Voor dit onderzoek zijn thuis geen speciale voorbereidingen nodig. Voordat de radioactieve vloeistof via een ruggenprik toegediend kan worden moeten eerst oor- en/of neuswatten geplaatst worden op de KNO polikliniek. Op elke volgende dag worden deze watten vervangen voor nieuwe watten. De verwijderde watten krijgt u in speciale buisjes mee, deze levert u in bij de laborant van de Nucleaire Geneeskunde die de scan uitvoert.
Het is mogelijk dat u een dag wordt opgenomen op een verpleegafdeling of dat u na de ruggenprik minimaal één uur bedrust krijgt op onze afdeling.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Na het eventuele plaatsen van oor- en/of neuswatten komt u op de afdeling Nucleaire Geneeskunde. De radioactieve vloeistof zal door een neuroloog en Nucleair Geneeskundige via een ruggenprik toegediend worden. Na de ruggenprik gaat u weer in bed liggen. Indien u opgenomen bent gaat u terug naar de verpleegafdeling, anders blijft u op de afdeling Nucleaire Geneeskunde minimaal 1 uur op een bed liggen. Deze bedrust is belangrijk om de kans op hoofdpijn te verkleinen. Hoofdpijn kan optreden na een ruggenprik en is een normale bijwerking.
Op verschillende tijdstippen na de toediening van de radioactieve vloeistof (4 uur, 24 uur en 48 uur) worden scans gemaakt. Tijdens de scans ligt u op uw rug op de onderzoektafel. De laborant plaatst de camera dicht bij uw lichaam om foto's te kunnen maken. Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek zo stil mogelijk ligt.Op dag 2 en 3 wordt er ook bloed bij u afgenomen.
