Wat verpleegkundigen willen en wat ze moeten…
“We worstelen al jaren met belangrijke vraagstukken in de verpleegkundige zorg. Tot nu toe krijgen we ze niet opgelost”, zegt Marieke Schuurmans, hoogleraar Verplegingswetenschap. Ze denkt dat we vastzaten in een systeem waarin de verpleegkundige zorg onvoldoende tot zijn recht kwam. Waarin verpleegkundigen steeds harder zijn gaan lopen en er onvoldoende is stilgestaan bij wat we echt met elkaar willen. “Nu gaan we het op een andere manier doen.”
De vraagstukken waar Marieke het over heeft, zijn het vinden en houden van voldoende collega’s met deze arbeidskrapte, de werkdruk, de registratielast, functiedifferentiatie, carrièrepaden maar ook het goed toepassen van state-of-the-art kennis, bijvoorbeeld uit richtlijnen. In het UMC Utrecht werken meer dan 2300 verpleegkundigen – mbo-verpleegkundigen, hbo-verpleegkundigen, gespecialiseerde verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verplegingswetenschappers , samen veruit de grootste beroepsgroep. Marieke: “Ik durf te stellen dat wij het ziekenhuis zijn met het meeste verpleegkundig talent. Toch lukt het ons onvoldoende de boel in beweging te krijgen. Dat is toch gek?”
Weg bij het bed
Ze heeft duidelijk voor ogen waar dat aan ligt. “Aan het systeem. Tot nu toe is het meestal zo dat zodra een verpleegkundige doorleert en het management of het onderzoek in gaat, ze volledig weg gaat bij het bed. Artsen die zo’n zelfde weg inslaan, blijven vaak nog wel een of meer dagdelen patiënten zien. Zo houden zij feeling met de dagelijkse praktijk. Bij verpleegkundigen gebeurt dit niet. Zodra je als verpleegkundige het management in gaat, word je afgerekend op zaken die niet meer direct gaan over patiënten. Het gaat om control, dienstlijsten en budget. De inhoudelijke verpleegkundige kennis en kunde verdwijnt niet zelden naar de achtergrond. Dat maakt dat verpleegkundigen in de praktijk vaak het gevoel hebben, dat niemand echt weet waar zij mee bezig zijn en inhoudelijke vraagstukken onvoldoende aan de orde komen. Aan de tafels in huis waar de beslissingen worden genomen, zitten nu te weinig mensen die zicht hebben op de dagelijkse verpleegkundige praktijk en op de landelijke ontwikkelingen in de beroepsgroep.”
Onvoldoende waarderen
In het veranderplan Slagvaardig organiseren van het UMC Utrecht wordt onder meer het divisiemanagement gehalveerd. Straks heeft iedere divisie nog twee managers die samen voor de hele divisie verantwoordelijk zijn. Veel van de huidige managers zorg zijn dan geen onderdeel van het divisiemanagement. Sommige verpleegkundigen ervaren dat als het schrappen van de manager zorg en dus als het onvoldoende waarderen van de verpleegkundige zorg. Marieke begrijpt het gevoel maar ziet dat anders. “De vraag is hoe een organisatie als de onze verpleegkundigen zo goed mogelijk kan helpen hun werk goed te doen. Op zo’n manier dat onze patiënten de beste zorg krijgen en onze verpleegkundigen een interessante baan hebben waaruit zij voldoening halen.”
Geen invloed
“Verpleegkundigen staan het dichtst bij patiënten, zij zijn vaak degenen die heel goed zien wat een patiënt echt nodig heeft. Toch slagen ze er voor hun gevoel regelmatig niet in dat ook te realiseren. Er is een botsing tussen wat verpleegkundigen willen doen voor een patiënt en wat ze moeten doen van het systeem. Vrijwel iedere verandering in systemen, of het nu vanuit de ICT, de apotheek of de voeding is, heeft invloed op de directe zorgverlening. Verpleegkundigen zijn degenen die merken wat hiervan de consequenties zijn voor patiënten. Maar als ze daar iets aan willen doen, komen ze in een systeem terecht waar ze geen invloed op hebben. Daarnaast komen ontwikkelingen in het vak onvoldoende tot stand, het ontbreekt op veel plaatsen aan een cultuur van innoveren en leren. Verpleegkundigen moeten – net als ieder ander – grip hebben op hun beroepsinhoud en professie. Dat hebben ze nu te weinig.”
Uit het oude systeem
Marieke ziet het veranderplan Slagvaardig organiseren en de werkwijze Samen voor de Patiënt, als een erkenning van dit probleem en een poging hier wat aan te doen. “We moeten uit het oude systeem. Dat staat vast. Ik denk dat we met elkaar veel te winnen hebben, en de verandering in de structuur gaat daarbij helpen. Het is niet het schrappen van de managers zorg, het is zorgen voor kortere lijnen, voor een breder leiderschapsteam en een belangrijker rol voor de afdelingen. Dit maakt dat de echte problemen worden herkend en dat daar de energie naar toe gaat.”
Twee nieuwe hoogleraren
Om die beweging naar de bedoeling, de inhoud, te realiseren is de verbinding tussen verpleegkundigen op de verschillende niveaus en tussen afdelingen en divisies nodig, stelt Marieke. “Het Verpleegkundig Convent en het netwerk Advanced Nursing Practice spelen hierbij een belangrijke rol. Daarnaast kan een sterkere band tussen de verpleegkundige praktijk en de wetenschap bijdragen aan de cultuurverandering en aan het realiseren van concrete resultaten UMC-breed. Om tot die betere zorg – tot die bedoeling – te komen, moeten we het verpleegkundig onderzoek meer inzetten om tot oplossingen in de praktijk te komen. Nederland loopt hierin erg achter. In de andere landen zoals de VS, de UK en de Scandinavische landen zijn ze daar verder mee. En het werkt. Daarom ben ik ook erg blij met de twee net aangestelde hoogleraren verplegingswetenschap. Twee Nederlanders die allebei jaren in het buitenland – Engeland en Zweden – ervaring hiermee hebben opgedaan. Zij gaan ons helpen de verpleegkundige zorg UMC-breed te versterken.”