Nieuwste ontwikkelingen draagbare kunstnier
Wat zou het fijn zijn als patiënten met nierfalen niet meer drie keer per week naar het ziekenhuis hoeven te komen om te dialyseren, maar dat gewoon thuis kunnen doen. Liefst 24 uur per dag. Alleen ’s nachts zou ook een sprong vooruit zijn. Het UMC Utrecht werkt aan de draagbare kunstnier. Hoewel die nog niet een, twee, drie te gebruiken is, komt hij wel steeds dichterbij.
Bij gezonde mensen zuiveren de nieren het bloed; ze halen allerlei afvalstoffen en overtollig water er uit. Maar als de nieren niet of nauwelijks meer werken, zijn patiënten voor hun overleving afhankelijk van een spoeling, dialyse genoemd. In Nederland dialyseren ruim 6500 mensen. Zij kunnen dit op twee manieren doen, maar het principe is hetzelfde. Bij een dialyse stroomt het bloed langs een filter. Daar vindt een uitwisseling plaats van water, zouten en afvalstoffen tussen bloed en spoelvloeistof. Bij hemodialyse (via het bloed) is dat een kunstnier (kunststof filter) in een groot apparaat. Bij buikspoeling is het filter het buikvlies waarbij spoelvloeistof in de buikholte, via een buisje in de buikwand, een paar keer per dag wordt ververst.
Eenvoudiger en beter dialyseren
Op dit moment zijn twee draagbare apparaten in ontwikkeling, de PAK (Portable Artificial Kidney) voor hemodialyse, een initiatief van de Nierstichting, en het SAPD (Sorbent Assisted Peritoneal Dialysis) systeem voor buikspoelingen, gefinancierd door de Health Holland en de Nierstichting. Deze apparaten maken dialyseren naar verwachting eenvoudiger en beter. Arts-onderzoeker Maaike van Gelder is in het UMC Utrecht betrokken bij de ontwikkeling ervan. Maaike: “Bij de huidige hemodialyse wordt 120 liter spoelvloeistof gebruikt per behandeling. In de draagbare kunstnier willen we dit volume terugbrengen naar slechts één tot enkele liters spoelvloeistof. Dat betekent dat je het keer op keer moet hergebruiken. Daarvoor moet de spoelvloeistof steeds gezuiverd worden. Dit houdt in dat afvalstoffen uit de spoelvloeistof worden gehaald. Dit kan met sorbents: stofjes die in staat zijn bepaalde afvalstoffen aan zich te binden. Zij trekken als het ware de afvalstoffen uit de spoelvloeistof. Het lukte ons tot voor kort niet om ureum, een afbraakproduct van eiwit uit onze voeding, op die manier uit de spoelvloeistof te halen. Dat was een probleem, want ureum is juist een afvalstof met een grote dagelijkse productie die schadelijk is voor de gezondheid bij hoge bloedwaarden. Daarom werken we aan nieuwe technieken om ureum te verwijderen uit spoelvloeistof. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van een sorbent die ureum kan binden aan zijn oppervlak. Daar moeten we nog veiligheidstesten mee doen, maar het biedt perspectief.”
Een andere manier van de verwijdering van ureum die ook wordt getest is elektro-oxidatie. Als je een kleine elektrische stroom door de spoelvloeistof laat lopen wordt ureum afgebroken. “Dat blijkt goed te werken. Het probleem is echter dat hierdoor ook andere stoffen worden afgebroken waarbij mogelijk schadelijke stoffen kunnen ontstaan. Daarom is verder onderzoek nodig om de veiligheid te verbeteren, maar het lijkt een aantrekkelijke oplossing.”
Thuis of op vakantie
Terwijl het onderzoek doorgaat om een draagbare kunstnier te kunnen maken zijn prototypes in de maak van ongeveer vijftien kilo (inclusief spoelvloeistof) voor zowel hemodialyse als buikspoeling. “Deze prototypes zijn in een vergevorderd stadium en we zijn bezig met de voorbereidingen voor een eerste studie in een kleine groep patiënten.” Dat lijkt al heel dichtbij, maar Maaike wil geen valse verwachtingen scheppen: “het kan nog jaren duren voordat patiënten hem ook kunnen gebruiken.” Deze variant gaat patiënten wel helpen omdat deze prima thuis is te gebruiken of bijvoorbeeld op vakantie. “Patiënten kunnen dan makkelijker ’s nachts dialyseren. Ze hoeven dan niet meer drie keer per week naar het ziekenhuis te komen en kunnen langer dialyseren waardoor zij zich naar verwachting beter voelen.”
Eigenlijk is dat ook precies wat patiënten willen. “Toen wij aan dialysepatiënten vroegen waar zij behoefte aan hebben, antwoordden zij dat ze liever niet 24 uur per dag een apparaat bij zich dragen. Zo’n apparaatje weegt toch ongeveer twee kilo, dat kan een hele opgave zijn. Een hanteerbaar apparaat om ’s nachts vaker en langer te dialyseren leek de meeste patiënten wel de moeite waard als zij zich hierdoor beter zouden voelen.”