Gynaecologisch onderzoek kan duurzamer
Gynaecologisch onderzoek kan duurzamer
Tienduizenden vrouwen in ons land ondergaan jaarlijks een gynaecologisch onderzoek met behulp van een speculum, ook bekend als ‘eendenbek’. Uit een recente milieukundige vergelijking in opdracht van het UMC Utrecht blijkt dat een herbruikbaar metalen speculum en eenmalig te gebruiken speculum van biobased plastic minder klimaatimpact hebben dan een wegwerpinstrument van fossiel plastic. Dit soort inzichten kan ons ziekenhuis helpen duurzaamheidsambities waar te maken.
Hoe is dit mogelijk? Het doet pijn om dit te zien. Dat dacht Anneke Kwee nadat ze drie jaar geleden na een pauze van drie maanden haar werk hervatte in het UMC Utrecht / Wilhelmina Kinderziekenhuis. De gynaecoloog constateerde dat metalen wegwerp-beval- en hechtsets hun intrede hadden gedaan tijdens haar afwezigheid. “Een voorbeeld van zo’n instrument is een schaar om de navelstreng door te knippen. Na één knip wordt de schaar weggegooid om uiteindelijk in een verbrandingsoven terecht te komen. Ik dacht: wat is hiervan de milieu-impact en zouden we die misschien kunnen verminderen?”
Enthousiast
Anneke klopte aan bij Sacha Tensen, senior milieudeskundige in het UMC Utrecht. Die toonde zich meteen enthousiast over de vraag van de gynaecoloog. Ze schakelde CE Delft in, een onderzoeks- en adviesbureau gespecialiseerd in milieu- en duurzaamheidsvraagstukken.
CO2-uitstoot
Sacha: “CE Delft heeft in 2020 een milieukundige vergelijking gedaan tussen enerzijds de traditionele metalen instrumenten die na gebruik werden gesteriliseerd en opnieuw gebruikt en anderzijds de eenmalige metalen instrumenten. Het ging om een zogeheten levenscyclusanalyse: welke impact op het milieu heeft het product vanaf het moment dat het wordt gemaakt tot en met de verwerking van het product als afval? Wat is onder andere de CO2-uitstoot, het waterverbruik, het grondstoffenverbruik en de invloed op ontbossing en biodiversiteit? Een nadeel van steriliseren is bijvoorbeeld dat het veel elektriciteit kost die, in het geval van het UMC Utrecht, wordt opgewekt met gas.”
Minstens 500 keer gebruiken
Toch kwam het herbruikbare instrumentarium als veruit het meest milieuvriendelijke uit de bus. Anneke: “De klimaatimpact hiervan is vele malen minder groot dan bij metalen disposables. Als je een instrument uit de traditionele beval- en hechtset drie keer hergebruikt, is de milieuschade al kleiner dan wanneer je drie keer een disposable gebruikt en weggooit. Bedenk daarbij dat zo’n instrument minstens 500 keer wordt gebruikt.”
Aardolie
En nu is er dan het resultaat van een nieuwe levenscyclusanalyse. CE Delft onderzocht met welke CO2-uitstoot drie speculum-typen gepaard gaan. Anneke: “Het vaginaal speculum is het meest gebruikte instrument in de gynaecologie. In Nederland wordt het jaarlijks ingezet bij tienduizenden vrouwen, alleen in het UMC Utrecht al 9.000 keer. 3.000 keer gebeurt dat met een metalen instrument dat kan worden hergebruikt en 6.000 keer zetten we een wegwerp-exemplaar van fossiel plastic in. Dat is plastic gemaakt van aardolie.’
Klimaatimpact 55 procent lager
Sacha: “Er zijn analyses gedaan van deze twee specula en van een nieuw plastic wegwerp-speculum dat is vervaardigd van suikerriet-materiaal. Dat is biobased plastic, oftewel plastic van plantaardig materiaal. De uitkomst van de analyses? Het herbruikbare metalen speculum en het eenmalige speculum van biobased plastic leiden tot minder CO2-uitstoot dan het eenmalige speculum van fossiel plastic. Als het herbruikbare speculum 500 keer wordt gebruikt, is de geschatte klimaatimpact circa 55 procent lager dan die van een eenmalig speculum van fossiel plastic.”
18.000 autokilometers
Anneke maakt een rekensom: “Stel dat het UMC Utrecht overgaat op herbruikbare beval- en hechtsets en afstapt van het speculum van fossiel plastic. Dan levert dat een reductie op van ongeveer 4000 kilo CO2eq per jaar (maat om aan te geven hoeveel een gegeven hoeveelheid broeikasgas bijdraagt aan de opwarming van de aarde, red.). Dat komt overeen met ongeveer 18.000 autokilometers.”
Duurzamere gynaecologie
Bij de afdeling gynaecologie in het UMC Utrecht zijn de resultaten met belangstelling ontvangen. Zodra het mogelijk is, wordt de overstap gemaakt naar herbruikbare beval- en hechtsets. Het is ook de intentie de huidige plastic specula te vervangen door de biobased variant – de voorbereidingen hiervoor lopen. Daarnaast blijft de afdeling voor bepaalde onderzoeken gebruikmaken van metalen herbruikbare specula.
Brede blik
Sacha: “Het is belangrijk met een bredere blik naar dit thema te kijken. In de afgelopen tien tot twintig jaar hebben veel Nederlandse ziekenhuizen herbruikbare medische instrumenten vervangen door disposables. Daar waren argumenten voor. Eenmalig gebruik is bijvoorbeeld hygiënisch. Gemak voor de gebruiker speelde ook een grote rol: het is handiger en minder arbeidsintensief om een instrument weg te gooien dan het te laten steriliseren in een ander deel van het ziekenhuis.”
Koud
Anneke: “Bij vaginale specula is het ook zaak naar comfort voor de cliënt te kijken: een metalen speculum kan bijvoorbeeld koud zijn en minder vriendelijk ogen. En ten slotte zijn ook de kosten belangrijk: het speculum van biobased plastic is op dit moment nog duurder dan dat van fossiel plastic.”
Kennis delen
Na de levenscyclusanalyses is de conclusie van Sacha en Anneke in elk geval: gebruik zo weinig mogelijk disposable metalen en (fossiele) kunststof instrumenten. Sacha: “Het UMC Utrecht deelt de inzichten uit de analyses graag met andere ziekenhuizen. De hele sector heeft zich onlangs verbonden aan de Green Deal Duurzame zorg 3.0. Het is belangrijk dat we samen optrekken om de doelen in de deal te halen. Kennis delen helpt daarbij.”
Producenten
Ze vervolgt: “Het UMC Utrecht zet in op duurzaamheid. Onderdeel daarvan is minder gebruik van disposables. Binnen onze organisatie is veel draagvlak om te verduurzamen. Willen we de juiste stappen kunnen zetten, dan hebben we inzicht nodig in de milieu-impact van de materialen die we gebruiken. Deze studies dragen daaraan bij. Door de resultaten te delen met zorgverleners en inkopers, kunnen we samen duurzame(re) keuzes maken. En natuurlijk ook producenten uitdagen om te verduurzamen – bijvoorbeeld door duurzaamheidscriteria op te nemen in aanbestedingen.”