Karijn Suijkerbuijk hoogleraar Immunotherapie
Internist-oncoloog Karijn Suijkerbuijk van het UMC Utrecht is per 1 augustus benoemd als hoogleraar Immunotherapie van solide tumoren. Dat heeft het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht bekend gemaakt. In dit interview legt ze uit hoe immunotherapie werkt, wat deze relatief nieuwe behandeling zo bijzonder maakt en wat ze als hoogleraar wil bereiken.
Je bent benoemd als hoogleraar Immunotherapie bij kanker. Gefeliciteerd! Wat is immunotherapie nou eigenlijk, en wat vind jij er zo interessant aan?
“Het mooie aan immunotherapie is dat het ‘t eigen afweersysteem stimuleert om kankercellen op te ruimen. Dit is helemaal anders dan andere medicijnen tegen kanker, zoals chemotherapie, hormonale therapie of doelgerichte therapie. Die zijn direct op de kankercellen zelf gericht.
Immunotherapie kun je zien als een soort reset van het afweersysteem. Hierdoor weet het afweersysteem weer dat kankercellen niet in het lichaam thuishoren en dus opgeruimd moeten worden. Als deze reset goed werkt, kan het afweersysteem daarna zelf de kanker onder controle houden, zelfs als de ziekte is uitgezaaid. Het effect van de immunotherapie blijft dan aanhouden, ook nadat de patiënt gestopt is met de behandeling. Dit is echt uniek en heel anders dan bijvoorbeeld chemotherapie, waarmee je uitzaaiingen alleen maar tijdelijk remt.”
Immunotherapie werkt helaas nog niet bij iedereen die kanker heeft. Is het mogelijk te voorspellen of immunotherapie bij een patiënt gaat aanslaan?
“Immunotherapie werkt inderdaad bij de ene soort kanker beter dan bij de andere. Bij melanoom, een agressieve vorm van huidkanker, slaat immuuntherapie bij de helft van de patiënten aan. Bij longkanker is dat bij ongeveer een derde van de patiënten.
“Vroeger dachten we dat genezing bij uitgezaaide kanker niet mogelijk is. Nu beginnen we voorzichtig te denken dat dat soms wel kan.”
Voor een individuele patiënt kunnen we op dit moment nog niet voorspellen of immunotherapie gaat werken, maar dat willen we uiteraard wel. In ons onderzoek werken we met kunstmatige intelligentie aan een algoritme dat kan voorspellen of immunotherapie gaat aanslaan. Hiervoor gebruiken we patiëntgegevens, beelden van de tumor op de CT-scan en de microscoop-plaatjes die de patholoog gebruikt om de diagnose te stellen. Als we van tevoren weten dat de behandeling niet aanslaat, besparen we zowel de patiënt onnodige bijwerkingen als de maatschappij kosten van dure geneesmiddelen.”
Kun je met immunotherapie ook genezen van kanker?
“Vroeger dachten we dat genezing bij uitgezaaide kanker niet mogelijk is. Nu beginnen we voorzichtig te denken dat dat soms wel kan.
Patiënten bij wie de immuuntherapie blijft doorwerken hebben jaar na jaar geen nieuwe uitzaaiingen op hun controlescans. We zijn nu op het punt gekomen waarop we denken dat we kunnen stoppen met controles en deze mensen genezen kunnen verklaren.”
Dat is natuurlijk fantastisch nieuws!
“Zeker! Maar het is ook best ingewikkeld voor deze patiënten. Eerst hoorden ze dat ze ongeneeslijk ziek waren. Veel van hen zijn toen gestopt met werken en investeren in sociale contacten. Nu hebben ze opeens weer een toekomst voor zich. Tegelijk blijven ze angstig dat de kanker toch terugkomt, en dat is heel begrijpelijk.
Samen met het Helen Dowling Instituut onderzoeken we wat de mentale impact is als je vooruitzichten zo drastisch veranderen. We willen onze patiënten zo goed mogelijk ondersteunen om hun leven weer op te pakken.”
Immunotherapie werkt dus goed voor een deel van de patiënten met melanoom en longkanker. Hoe zit het met andere kankersoorten die veel voorkomen, zoals borstkanker en darmkanker?
“Bij veelvoorkomende vormen van kanker zoals borstkanker en darmkanker werkt immunotherapie voor de meeste patiënten helaas nog niet. We denken dat we voor die patiënten immunotherapie moeten combineren met andere behandelingen. Een voorbeeld hiervan is histotripsie.
Bij histrotripsie maak je met een soort echo-apparaat trillingen in een tumor. Onderzoek in het laboratorium laat zien dat je kankercellen met histotripsie gevoelig kunt maken voor immuuntherapie. Later dit jaar starten we met een onderzoek met patiënten waarbij we voor het eerst immuuntherapie gaan combineren met histotripsie. ”
De bijwerkingen van immunotherapie kunnen heftig zijn. Valt hier nog iets aan te verbeteren?
“We denken van wel. De bijwerkingen ontstaan doordat de reset van het afweersysteem net wat te grondig is. Het afweersysteem ziet dan niet alleen de kankercellen als lichaamsvreemd, maar ook sommige gezonde cellen. De bijwerkingen gaan niet vanzelf over als we de immunotherapie stoppen. We moeten ze actief bestrijden met afweerremmende medicijnen zoals prednison.
We weten nog niet precies hoe we dit het beste kunnen doen. In onderzoek met gegevens uit het Nederlands melanoomregister (DMTR) zagen we dat als je te veel afremmende middelen voor die bijwerkingen geeft, de immunotherapie niet goed meer werkt. In het laboratorium onderzoeken we nu wat er precies gebeurt in het afweersysteem van deze patiënten met bijwerkingen. Met die kennis kunnen we bijwerkingen beter te lijf gaan, zonder af te doen aan het effect van de immunotherapie op de kankercellen.”
Meer informatie en handige links
- Profielpagina Karijn Suijkerbuijk
- Algemene informatie over immunotherapie
- Helen Dowling Insituut, voor psychologische zorg bij kanker