Patricia Bruijning-Verhagen

Een nieuwe blik op vaccineren hoognodig

Op 18 juni hield kinderarts en epidemioloog Patricia Bruijning-Verhagen (UMC Utrecht) haar oratie met als titel ‘Metamorfosen’. Hierin legde ze uit hoe infectieziekten steeds veranderen, dat het maatschappelijke veld in beweging is, en waarom dat vraagt om een nieuwe manier van kijken en handelen met betrekking tot vaccinaties. Aan de hand van de coronapandemie zette ze uiteen hoe de wetenschap beter voorbereid kan zijn om steeds snel en gericht op veranderende infectieziekten te kunnen inspelen.

Virussen en bacteriën passen zich voortdurend aan. Daardoor kunnen ze ons lichaam steeds opnieuw besmetten. Ons afweersysteem leert daar ook van: hoe vaker je een zo’n ziekteverwekker tegenkomt, hoe beter je lichaam deze herkent en kan ‘opruimen’. Echter, soms is dat niet voldoende en worden we toch ziek. Dit voortdurende kat-en-muis spel tussen ziekteverwekkers en ons afweersysteem maakt vaccineren belangrijk – maar soms ook ingewikkeld

Rotavirusvaccin

Tijdens haar werk als kinderarts zag Bruijning-Verhagen hoe jonge kinderen soms ernstig ziek worden van infecties zoals het rotavirus. Infectie met dit darmvirus kan leiden tot een levensbedreigende uitdroging door diarree en braken. Eén ervaring maakte diepe indruk: een anderhalf jarig meisje kwam in zeer zorgelijke toestand binnen op de spoedeisende hulp. De oorzaak bleek een infectie met het rotavirus. Er was op dat moment al een goed werkend vaccin beschikbaar, maar dat werd in Nederland nog niet standaard gegeven. Dat was voor haar het begin van haar wetenschappelijke carrière. Ze deed vervolgens tijdens haar promotietraject onderzoek naar de ziektelast van de infectie, én het nut en de kosten van het rotavirusvaccin in Nederland. Uiteindelijk werd het rotavirusvaccin in 2023 opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma.

Méér dimensies

Bruijning-Verhagen legt aan de hand van dit voorbeeld uit dat we anders zijn gaan kijken naar wat een ziekte ‘ernstig’ maakt. Niet alleen kijken naar sterfte of blijvende schade, maar ook naar andere dimensies zoals het leed van het jonge kind tijdens een heftige rotavirus buikgriep, de stress voor ouders, werkverzuim, verstoring van het gezinsleven en druk op de zorg. Als je dat meerekent, wordt de waarde van vaccineren groter. Ook komt er steeds meer bewijs dat sommige infecties een rol kunnen spelen bij het ontstaan van andere ziekten, zoals hartinfarcten, multiple sclerose of dementie. Om de vraag ‘Kunnen we met hulp van vaccinatie misschien ook die ziektes deels voorkomen?’ te kunnen beantwoorden is meer onderzoek nodig naar deze dimensies van infectieziekten.

Samen met collega’s en andere kennisinstellingen onderzoekt ze deze verbanden in grote groepen mensen. Daarbij wordt gekeken naar medische gegevens, ziekenhuisopnames, en zelfs naar ziekmeldingen op scholen. Die kunnen bijvoorbeeld helpen om een griepgolf vroeg te signaleren. Ook wordt onderzocht of virussen elkaar beïnvloeden. Als je bijvoorbeeld net griep hebt gehad, kun je tijdelijk minder vatbaar zijn voor een ander virus.

Vertrouwen

Een belangrijk punt uit haar oratie is ook dat vaccinatie alleen werkt als mensen zich ook écht laten vaccineren. Het vertrouwen daarin is de laatste jaren gedaald: onderzoek laat zien dat een kwart van de jonge ouders twijfels heeft over het laten vaccineren van hun kind. Bruijning-Verhagen denkt dan ook dat we vaccineren meer moeten gaan zien als onderdeel van een gezonde leefstijl, net als bewegen, gezond eten en niet roken. Ook vindt ze dat vaccinaties een grotere rol moeten krijgen in het onderwijs, zodat zorgverleners zich bekwamer voelen bij dit onderwerp. Omdat zij een vertrouwde bron zijn van informatie kunnen zorgverleners dan vaker en beter het gesprek aangaan met ouders of patiënten over vaccineren en met een advies op maat geven. Dit kan nét voldoende zijn om het juiste zetje te geven.

Paraatheid

Tot slot pleit ze ervoor dat de wetenschap beter voorbereid moeten zijn op een volgende pandemie. Dat betekent: overbodige regelgeving afschaffen, zorgen dat wetenschappers snel onderzoek kunnen doen, beter samenwerken in Europa en slimmer gebruikmaken van nieuwe technologie zoals kunstmatige intelligentie. Patricia Bruijning-Verhagen kijkt vol ambitie naar de toekomst: “We moeten blijven vernieuwen en blijven samenwerken. Alleen zo kunnen we infectieziekten blijven begrijpen én bestrijden.”

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet