De kracht van het UMC Utrecht: alle collega’s

Hoewel ze pas sinds 1 augustus voorzitter van de Raad van Bestuur is, heeft ze al meer dan twintig afdelingen bezocht en kennisgemaakt met honderden collega’s. In dit artikel vertelt Carina Hilders over haar eerste indrukken als nieuwe collega en wat haar positief verraste: “Ik ben oprecht onder de indruk van het warme welkom en voel een enorme verbondenheid in het UMC Utrecht.”

Nog voordat Carina Hilders haar eerste werkdag had, zat ze als ‘undercover’-bezoeker bij de hoofdingang van het UMC Utrecht. Naast de vele complexe patiënten, viel haar de enorme gastvrijheid bij de servicebalie op. Het gaf positieve energie. Dit inspireerde haar ook in de ontmoetingen die ze daarna had met collega’s. “Het is bijzonder om te zien hoe ontzettend veel we doen in het UMC Utrecht: van patiëntenparticipatie tot aan organoïden in het lab, van het magazijn tot een hartoperatie van een kind. En met zo’n uitzonderlijke overgave. De kracht van het UMC Utrecht zit ’m echt in alle collega’s.”

Als voorbeeld noemt Carina het gesprek met een magazijnmedewerker. “De collega vertelde me over de tramaanslag van 18 maart 2019, waarbij er letterlijk heen en weer gerend werd met benodigde materialen tussen het magazijn en het opengestelde Calamiteitenhospitaal. Hij realiseerde zich op dat moment meer dan ooit dat ook zijn bijdrage noodzakelijk is om er voor de patiënt te kunnen zijn. Echt de kracht van samen, dat is iets wat ook mij drijft.” 

Hoogstaande wetenschap

Carina vond ook de gesprekken met PhD-studenten indrukwekkend. “Ze doen onderzoek op cellulair niveau en ontwikkelen nieuwe inzichten, onder andere door het gebruik van organoïden. Van darm tot hart, en het zelf printen van 3D-plaatjes en het kweken van stamcellen. Zo bijzonder en indrukwekkend. Het sluit aan bij mijn eigen wetenschappelijke interesse. En de MR-Linac: ik wist dat deze techniek bestond, maar dat wij deze technologie hebben uitgevonden, dat wist ik niet. Het is ongelooflijk dat wij deze ontwikkeling hebben bedacht en prachtig om te zien dat we dat continu blijven ontwikkelen.” 

Durf om te pionieren

Durf, ook dat verraste Carina in haar eerste maand bij het UMC Utrecht. “Tijdens mijn eerste middag aan het einde van de dag, zag ik buiten in de zon een patiënt in bed—het was een hele zieke mevrouw. Dat dit bij ons gewoon kan en dat we dit zo liefdevol begeleiden. Dat vond ik bijzonder. Maar ook op de Intensive Care, waar een ernstig trauma binnenkwam. Volgens het protocol zouden we niet meer moeten beginnen met een behandeling, maar door de jonge leeftijd van de patiënt—slechts 18 jaar—besloot het team het toch te proberen. Het was aangrijpend en verschrikkelijk. Maar dit zijn de mooie, moeilijke voorbeelden die de kern van onze zorg raken. Het toont durf en pionierschap. Af en toe afwijken van de standaard drijft ons vooruit.” 

Onze collega’s op nummer één

Zelf vindt ze haar eigen gezondheid – door ochtendmeditatie, gezonde voeding, een dagelijks hardlooprondje – en gezonde medewerkers, een belangrijk goed. “Het is onze gezamenlijke missie om de beste zorg te leveren, baanbrekend onderzoek te doen en toekomstgericht op te leiden. Zorg, onderwijs en onderzoek zijn hier nauw met elkaar verbonden, dat heb ik afgelopen weken ervaren. Er is veel energie en veel focus. Ik voel en zie dat dit een verbonden huis is, waar de Nieuwe Utrechtse School prachtig doorklinkt. Zó toekomstgericht. Dit moeten we behouden en daarbij kijken wat onze collega’s écht belangrijk vinden. Want uiteindelijk zijn het de mensen die het UMC Utrecht maken. Onze collega’s moeten op nummer één staan. Want alleen als zij goed in hun vel zitten, gezond zijn én blijven, dan kunnen we ook de beste zorg leveren aan onze patiënt.”

Het hart van het UMC Utrecht

De komende tijd gaat Carina in gesprek met collega’s. “Ik ga op zoek naar het verhaal van het UMC Utrecht. Ik vind het belangrijk dat ons verhaal klopt en dat alle collega’s zich hierin herkennen en het kunnen vertellen. Ik zie een enorme betrokkenheid, oprechtheid en nieuwsgierigheid in alles wat we doen. We doen veel dingen zelf. En als we iets zelf niet kunnen, ondersteunen we elkaar. We kunnen nog veel meer bereiken dan we nu al doen. Ik ga met iedereen in gesprek: op zoek naar het hart van het UMC Utrecht.”