Betere allergie-informatie op voedseletiketten
Per 1 januari 2024 heeft Nederland een nieuw allergenenbeleid. Er zijn blootstellingsnormen vastgesteld en de regels voor het waarschuwen op het etiket voor mogelijke (onbedoelde) aanwezigheid van stoffen die allergie kunnen veroorzaken (allergenen) zijn aangescherpt. Hiermee zal de aan- en afwezigheid van een waarschuwing voor de allergische consument aanzienlijk betrouwbaarder worden. Uiterlijk 1 januari 2026 zullen alle producenten van voorverpakte levensmiddelen aan de nieuwe regels moeten voldoen. Het nieuwe beleid is gebaseerd op adviezen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). Onderzoek van TNO en UMC Utrecht naar de gevoeligheid van personen met een voedselallergie en hun eetgewoonten vormde de basis voor deze wetenschappelijke adviezen.
Allergenen in voeding vormen een gevaar voor mensen met een voedselallergie. Circa 3 procent van de bevolking heeft een voedselallergie; in Nederland zijn dat ruim een half miljoen mensen. Allergenen die voorkomen in ingrediënten die in voedingsmiddelen verwerkt worden, moeten door de producent duidelijk op het etiket worden vermeld.
Allergenen kunnen ook onbedoeld in voeding terecht komen. Producenten en leveranciers van voedingsmiddelen waarschuwen vaak voor deze mogelijk onbedoelde aanwezigheid van allergenen (bijvoorbeeld: “kan sporen bevatten van …” of “gemaakt in een fabriek waar ook … wordt verwerkt”). Er waren tot voor kort geen regels voor wanneer wel of niet voor dit risico gewaarschuwd moest worden. Het gevolg is dat producten zonder waarschuwing vaak allergenen bevatten en dat op etiketten van producten zonder allergenen vaak toch een waarschuwing staat.
Prof. Geert Houben, Hoofdwetenschapper Voedselallergie en Immunotoxicologie bij TNO en Hoogleraar Voedsel-gerelateerde Risicofactoren voor Allergieën en Ontstekingsziekten aan het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht: “Omdat de voedsel-allergische consument daardoor geen enkele conclusie kon verbinden aan de aan- of afwezigheid van een waarschuwing kon er een potentieel levensgevaarlijke situatie ontstaan. Met de nieuwe regels is dat voorbij. Het nieuwe beleid hanteert als uitgangspunt dat waarschuwingen voor de mogelijke en onbedoelde aanwezigheid van allergenen alleen nog gebruikt mogen worden, en gebruikt móeten worden, als er daadwerkelijk een risico bestaat voor mensen met een voedselallergie."
TNO en UMC Utrecht ontwikkelden kennis en methoden
Al meer dan 10 jaar werken TNO en UMC Utrecht samen om te komen tot een betrouwbare vermelding van allergenen op etiketten om daarmee de risico’s voor mensen met een voedselallergie te verminderen. Onderzoek van deze organisaties en het Food Allergy Research and Resource Program (FARRP) van de Universiteit van Nebraska (VS) en de door hen ontwikkelde databases, data-analysemethoden en analyseresultaten maakten het mogelijk veilige normen voor voedselallergenen te berekenen. Dit opende de weg voor het opstellen van internationale normen en procedures voor het waarschuwen voor bedoelde en mogelijk onbedoelde aanwezigheid van allergenen in voeding.
Mijlpaal
Centraal in het onderzoek staat een door TNO beheerde internationale databank met meer dan 3,500 drempels van gevoeligheid van individuele voedsel-allergische patiënten. Dit onderzoek en de TNO-databank werden door het deskundigencomité van de WHO/FAO beschouwd als "de meest uitgebreide en best beschreven bron die beschikbaar is, zowel qua inhoud als qua samenstelling, met ondersteunende, door internationale deskundigen getoetste publicaties". Het comité baseerde zich bij het vaststellen van de veilige normen dan ook op door TNO uitgevoerde en gepubliceerde analyses van de databank bij TNO. Aan de hand van deze normen zullen producenten precies weten wanneer op een etiket wel of niet voor een mogelijke onbedoelde aanwezigheid van een allergeen gewaarschuwd moet worden en kunnen personen met een voedselallergie met een gerust hart vertrouwen op de informatie op een etiket. Geert Houben: "Al jaren wordt er gesproken over het vaststellen van deze normen. We zijn dan ook zeer verheugd dat dit nieuwe beleid, waarmee Nederland voorop loopt in Europa en de rest van de wereld, wordt ingevoerd. Onderzoek van TNO en UMC Utrecht liet zien dat jaarlijks 4 procent van voedsel-allergische mensen als gevolg van een allergische reactie op de spoedeisende hulp belandt. Omgerekend naar het aantal mensen met voedselallergie in Nederland: ruim één elk half uur! Dat aantal gaat gegarandeerd naar beneden met deze nieuwe regels voor allergie-waarschuwingen op voedseletiketten. Dit is echt een mijlpaal!”