De diagnose Mazelen wordt vaak al op het klinisch beeld, koorts gevolgd door een gegeneraliseerd grofvlekkig exantheem, vastgesteld. De diagnose wordt bevestigd door in het serum IgM tegen mazelenvirus, een seroconversie van IgG antistoffen of een viervoudige titerstijging van IgG antistoffen tegen mazelenvirus aan te tonen. Voor het aantonen van een titerstijging is het nodig een serum af te nemen binnen drie dagen na het onstaan van exantheem (serum 1) en 14 dagen later (serum 2). Voor de screening naar de immuniteit tegen mazelenvirus volstaat het IgG antistoffen in serum te meten. Het virus zelf kan geïsoleerd worden uit respiratoir materiaal, EDTA en urine. Voor de detectie van het virus is een PCR beschikbaar.