Bij een longembolie is een van de vertakkingen van de longslagader verstopt.
De longslagader loopt van het hart naar de longen. De oorzaak is meestal een
bloedstolsel wat ergens anders in het lichaam is ontstaan. Het stolsel komt met
de bloedsomloop mee en blijft bij een vertakking steken.
Informatie ziektebeeld
Vanaf het hart vertakt de longslagader zich in steeds kleinere bloedvaten en
uiteindelijk in haarvaten waar het bloed zuurstof opneemt vanuit de
longblaasjes. De longslagader vervoert dus zuurstofarm bloed naar de
longblaasjes, waarna het zuurstofrijke bloed via de longaderen terugkeert naar
het hart, dat het zuurstofrijke bloed vervolgens door het lichaam pompt.
Een embolie is de afsluiting van een bloedvat door een bloedstolsel (trombus).
Longembolieën kunnen ontstaan als u ergens in het lichaam een trombus in
een ader hebt (veneuze trombose). Als delen van een stolsel in de aderen
loslaten, komen deze via de bloedstroom in de longslagader terecht. Een of
meerdere takken van de longslagader kunnen daardoor worden afgesloten.
Oorzaken
Trombose ontstaat vaak zonder duidelijke oorzaak. Toch zijn er veel factoren die
een rol kunnen spelen. Voorbeelden zijn:
•
Lang stilzitten of liggen (immobiliteit), zoals bij een lange vliegreis of
een been in het gips
•
Een recente operatie
• Kanker
• Roken
• Overgewicht
•
Het gebruik van de anticonceptiepil
Soms kan er ook een erfelijke factor meespelen.
2 | UMC Utrecht
Symptomen
De verschijnselen van een longembolie zijn verschillend en afhankelijk van een
aantal factoren. Ook uw algehele gezondheid speelt een rol.
Meestal gaat het om:
•
Benauwdheid, kortademigheid.
•
Pijn op de borst, die vaak vastzit aan de ademhaling
• Hoesten
•
Soms met bloed bij het opgehoeste slijm (sputum).
Onderzoek en diagnose
Door u vragen te stellen en een aantal onderzoeken te doen, maakt de arts een
inschatting of er sprake is van longembolieën of dat er misschien een andere
verklaring is voor uw klachten.
De onderzoeken die meestal worden gedaan zijn:
• Bloedonderzoek
•
Hartfimpje (ECG)
•
Röntgenfoto van de longen (X-thorax)
Op basis van de uitslagen besluit de arts of verder onderzoek nodig is, zoals
een ander bloedonderzoek of een CT-scan.
UMC Utrecht
Patiënten met een longembolie kunnen altijd terecht met hun vragen bij ons
team met gespecialiseerde zorgverleners.
Behandeling
Het lichaam zal de bloedstolsels na verloop van tijd meestal zelf opruimen.
Het doel van de behandeling van longembolieën is uitbreiding van de stolsels
tegengaan en het ontstaan van nieuwe stolsels voorkomen. Dit gebeurt met
bloedverdunners. Tegenwoordig zijn er verschillende soorten bloedverdunners
in tabletvorm. Afhankelijk van het soort bloedverdunner kunt u daarnaast in
het begin ook bloedverdunners per injectie nodig hebben. Of de eerste
behandeling in het ziekenhuis of thuis is, hangt af van de ernst van de
longembolieën.
Longembolie | 3
De behandeling met bloedverdunners duurt tenminste drie tot zes
maanden. Daarna bespreekt de arts met u of langere behandeling met
bloedverdunners noodzakelijk is.
Risico en complicaties
In een klein deel van de gevallen zijn de longembolieën zo ernstig dat dit
ook tot problemen van het hart kan leiden. Dit kan een lage bloeddruk zijn
en soms zelfs een hartstilstand. In dit geval wordt soms een sterk stolsel
oplossend middel gegeven (trombolyse). Een mogelijke complicatie bij het
geven van trombolyse is een ernstige bloeding.
Wat kunt u zelf doen?
Het is belangrijk om te letten op verschijnselen van trombose of
longembolieën en als ze aanwezig zijn snel hulp te zoeken. Als u in situaties
komt waarin u langdurig stilzit (immobilisatie), zoals met een vliegreis, dan
raden wij aan om af en toe de benen te strekken of een stukje te lopen.
Drink daarnaast ook voldoende water. Verder is het belangrijk om te zorgen
voor een gezond gewicht en te stoppen met roken. Als u trombose of een
longembolie heeft bij gebruik van anticonceptie kunt u in overleg met uw
arts een andere vorm van anticonceptie overwegen.
Vooruitzichten
De meeste gevallen van longembolieën genezen met behandeling zonder
restverschijnselen. Slechts bij een minderheid van de patiënten zijn de
longembolieën levensbedreigend. Restverschijnselen blijven bij een deel van
de patiënten aanwezig, zoals kortademigheid of vermoeidheid.
Deze klachten moet u altijd met uw arts bespreken. Deze klachten kunnen
een uiting zijn van de ontwikkeling van een hoge bloeddruk in de
longslagader (pulmonale hypertensie)
Hebt u vragen of maakt u zich zorgen?
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze stellen aan
de verpleegkundigen of de arts op de longafdeling. Als u na ontslag nog
vragen hebt, bel dan gerust naar de afdeling longziekten op
telefoonnummer 088 75 579 04.
Als zich thuis dezelfde klachten voordoen neem dan tijdens kantooruren
contact op met de polikliniek longziekten, telefoonnummer 088 75 561 92.
Buiten kantoortijden kunt u contact opnemen met de huisartsenpost.