Terug

KWF kent ruim 2 miljoen toe aan kankeronderzoek UMC Utrecht

KWF kent ruim 2 miljoen toe aan kankeronderzoek UMC Utrecht

Drie onderzoekers van het UMC Utrecht hebben een subsidie ontvangen van KWF voor hun onderzoek naar kanker. Dr. Sjoerd Elias, prof. dr. Linde Meyaard en dr. Marta Cuenca krijgen in totaal meer dan 2 miljoen euro voor hun projecten. Hieronder lees je meer over de gefinancierde projecten en hoe deze de behandeling van kanker kunnen verbeteren.

Dr. Sjoerd Elias ontvangt bijna 600.000 euro voor zijn onderzoek naar beeldvorming bij dikkedarmkanker. Prof. Linde Meyaard, die onderzoek doet naar immuuntherapie bij kanker, krijgt bijna 830.000 euro toegekend. Dr. Marta Cuenca krijgt de Young Investigator Grant, een beurs voor onderzoekers die aan het begin staan van hun carrière. Zij ontvangt ruim 630.000 euro voor haar werk op het gebied van multipel myeloom (de ziekte van Kahler).

Diagnose van dikkedarmkanker verbeteren

Dikkedarmkanker is de op twee na meest voorkomende vorm van kanker in Nederland. Jaarlijks krijgen ongeveer 14.000 Nederlanders de diagnose, en sterven er 5.000 aan de gevolgen. Uit eerder onderzoek blijkt dat er vier soorten dikkedarmkanker zijn, waarbij elke soort een eigen genetisch patroon heeft. Een van deze subtypen is CMS4, dat voorkomt bij ongeveer een kwart van de patiënten. Deze mensen hebben een slechtere prognose. Bovendien komt het CMS4-subtype vaker voor bij mensen met uitgezaaide darmkanker. Daarom denken wetenschappers dat mensen met CMS4 resistentie kunnen opbouwen tegen bestaande therapieën.

Bij huidige tests om het subtype te bepalen wordt een stukje weefsel van de tumor afgenomen. Maar omdat het CMS4-subtype daarin niet gelijkmatig aanwezig is, bestaat de kans op een foutieve uitslag en een niet-optimale behandeling. Sjoerd Elias en zijn collega’s onderzoeken daarom een betere test voor het CMS4-subtype.

Moleculaire beeldvorming met de PET-scanner

Een veelbelovende oplossing is het maken van een scan van het lichaam met een PET-scanner. Onderzoekers dienen dan een hele lage dosis toe van een radiotracer, een radioactieve stof die aan kankercellen hecht en ze in beeld brengt. Maar om het CMS4-subtype te bepalen, is een stof nodig die hecht aan CMS4-cellen in het bijzonder. “Wij hebben er een geïdentificeerd die specifiek bindt aan een molecuul dat in overvloed aanwezig is bij CMS4-kanker”, zegt Sjoerd Elias.

“De aanwezigheid van dat molecuul komt bijna perfect overeen met die van CMS4”, zegt Sjoerd. De volgende stap is een studie om vast te stellen of de PET-scan een goede test is voor de aanwezigheid van CMS4 bij patiënten met uitgezaaide darmkanker. “Als hij geschikt blijkt voor het aantonen van CMS4, kunnen we de scan ook gebruiken om patiënten te selecteren voor onderzoek naar nieuwe behandelingen”, aldus Sjoerd. “Dat kan ertoe leiden dat patiënten minder onnodige behandelingen hoeven te ondergaan.”

Immunotherapie effectiever maken

Een nieuwe behandeling tegen kanker is immunotherapie. De meest gebruikte vorm hiervan zijn de checkpointremmers. Deze therapie activeert de afweercellen, zodat deze tumorcellen kunnen doden. Dat is een uitkomst bij patiënten die geen behandelingsopties meer hebben. Helaas hebben checkpointremmers bij veel patiënten geen effect. Een deel van hen hebben tumoren met een beschermende laag bindweefsel, die zelfs ondoordringbaar is voor de afweercellen. Bindweefsel bestaat voor een groot deel uit collageen.

Linde Meyaard en haar collega’s doen onderzoek naar een eiwit, LAIR-1, dat collageen herkent. “Om de effectiviteit van checkpointremmers te verbeteren, moeten we begrijpen waarom de afweercellen de tumor niet kunnen bereiken”, zegt Linde. “LAIR-1 zit op de afweercellen en werkt als een rem. Dus kunnen we de rem van afweercellen halen als we de binding van LAIR-1 aan collageen blokkeren.” Samen met haar collega’s heeft Linde inmiddels aangetoond dat LAIR-1-blokkers inderdaad leiden tot verminderde tumorgroei in diermodellen. “Dat maakt ze een veelbelovende behandeloptie voor patiënten waarbij checkpointremmers niet goed aanslaan.”

V.l.n.r.: Sjoerd Elias, Linde Meyaard en Marta Cuenca

De invloed van collageen op afweercellen

Linde en haar collega’s willen onderzoeken hoe de structuur van collageen de afweercellen beïnvloedt via het LAIR-1-eiwit, of de structuur anders is bij verschillende soorten tumoren, en wat het effect is van LAIR-1-blokkers. “Daarvoor willen we kijken in drie tumortypes naar hoe het collageen er precies uitziet”, legt Linde uit. “Vervolgens zetten we een kweeksysteem op om de beweging en functie van afweercellen te bestuderen, en om LAIR-1-blokkers te testen.”

“Door vast te stellen hoe collageen in verschillende tumortypes afweercellen reguleert, kunnen artsen makkelijker patiënten aanwijzen die baat hebben bij een LAIR-1-blokker”, zegt Linde. “Mogelijk kunnen we daarvoor ook collageenfragmenten gebruiken die aan te tonen zijn in het bloed van patiënten. Dat zou zo’n bepaling nog sneller maken.”

Financiering voor onderzoek naar multipel myeloom

Multipel myeloom treft jaarlijks 1000 Nederlanders. Bij deze mensen hopen kwaadaardige immuuncellen zich op in het beenmerg. Er zijn meer dan 30 behandelingen beschikbaar, maar toch treedt vaak restziekte op. Groepjes overlevende kankercellen kunnen dan weer gaan woekeren. Bijna alle mensen met multipel myeloom hebben last van zo’n terugval en moeten meerdere keren worden behandeld. Door het steeds terugkeren van de ziekte en de bijwerkingen van de behandeling heeft een behandeltraject vaak een enorme impact op patiënten en hun familie.

Restziekte bij multipel myeloom na een behandeling komt vaak voor, omdat elk groepje myeloomcellen uniek is. Daardoor is er altijd wel één groepje cellen bestand tegen een behandeling. Om deze kankercellen beter te leren kennen, onderzoeken Marta Cuenca en haar collega’s daarom hun eigenschappen.

Overlevingsmechanismen van kankercellen in kaart brengen

“Een myeloom bestaat vaak uit verschillende subgroepen van kankercellen, die allemaal verschillend reageren op een therapie”, zegt Marta. “We weten dat bij meer dan de helft van de mensen met myeloom de cellen die de terugval veroorzaken ook al aanwezig waren bij de eerste diagnose.” Marta en haar collega’s willen daarom de overlevingsmechanismen van restziekte in kaart brengen. Hiervoor gebruiken ze een techniek die de verandering kan meten in álle eiwitten van élke overlevende kankercel.

“Door op deze manier cellen te analyseren die ongevoelig zijn voor de belangrijkste therapieën, komen we meer te weten over hun overlevingsmechanismen”, legt Marta uit. “Die kennis kunnen we vervolgens gebruiken om nieuwe behandelcombinaties te testen.” Marta hoopt dat het onderzoek meer informatie oplevert over patiëntspecifieke patronen van de overlevingsmechanismen van kankercellen. “Artsen kunnen daarmee uiteindelijk gerichter behandelen, en het ontstaan van restziekte zo veel mogelijk voorkomen.”

Meer informatie en handige links

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet