Terug

Ons feilbare denken

Het mannelijk echtpaar met HIV. De Turkse vrouw met overgewicht en diabetes. Vrouwen met atypische pijn op de borst en een myocardinfarct. Een mediterrane pijnpresentatie. De veertigjarige vrouw met overgewicht en een cholecystitis. 

Auteurs: Anna Vera Verschuur (basisarts en alumnus Universiteit Utrecht), Avin Ghedri (basisarts en alumnus Universiteit Utrecht), Gönül Dilaver (associate professor in Onderzoek en Innovatie Biomedische Wetenschappen UMC Utrecht).

Uit Utrecht Student Journal, derde editie, februari 2021

Hoe het brein werkt

Een stereotype is het toebedelen van bepaalde eigenschappen aan mensen van een sociale groep, met de implicatie dat deze te generaliseren zijn op alle leden van die sociale groep. Bovenstaande of vergelijkbare stereotyperende casuïstiek zal coassistenten niet onbekend zijn. Sterker nog, in de geneeskunde opleiding worden naast acroniemen ook stereotypen ingezet om studenten te helpen de veelvoud aan informatie te ordenen en te onthouden. Denk bijvoorbeeld aan de 4 F’s (Fat Forty Female Fertile): De veertigjarige moeder met overgewicht en een cholecystitis. 

Kijkend naar ons brein is stereotyperend denken logisch te verklaren. Zoals psycholoog Kahneman in het boek Thinking Fast and Slow uitlegt, denk je op grofweg twee manieren. Enerzijds bestaat het bewust (of gecontroleerd) denken, daarnaast heb je het automatisch denken.1 Bij het gecontroleerde denken, dat Systeem 2 denken wordt genoemd, verloopt de verwerking van de werkelijkheid bewust en worden expliciete overtuigingen en redenatie gebruikt om rationele keuzes te maken. Dit bewuste denken kan omgaan met nieuwigheden en kan flexibel worden ingezet. Het vereist echter aandacht en motivatie. Systeem 2 denken heeft tijd nodig omdat het relatief langzaam seriële informatie verwerkt. Hier tegenover staat het automatisch denken, dat ook wel Systeem 1 denken wordt genoemd. Het Systeem 1 denken is snel en verloopt buiten de aandacht. Het gebruikt associatie en metaforen om een snelle schets van de werkelijkheid te produceren. Het helpt ons de wereld cognitief overzichtelijker te maken. Helaas kan het ook foutgevoelig (‘error prone’) zijn, omdat het een automatische associatieve reactie van je brein is.

Afbeelding 1: Op het eerste oog verschillen deze pijlen in lengte. Dat is het resultaat van systeem 1, het automatisch denken. Maar als je langer en goed kijkt (systeem 2 denken wordt aangeboord), zie je dat de pijlen even lang zijn.

We worden allemaal door de jaren heen blootgesteld aan associaties die in ons brein worden opgeslagen wat kan leiden tot stereotyperende associaties. Voorbeelden hiervan zijn: “vrouwen” en “zachtaardig”, “zwart” en “agressief” of "homoseksuele man" en "HIV". Wanneer je een bepaalde situatie of een bepaald woord tegenkomt (bijvoorbeeld een vrouw), worden relevante verwante concepten (zoals bijvoorbeeld zachtaardig en zorgzaam) automatisch geactiveerd, zodat het in plaats van bewust, gecontroleerd denken opeens automatisch denken wordt. Dit is een impliciet stereotyperende effect. Dit stereotyperende effect is ook cultuur afhankelijk. Bij integratie in een cultuur, leren leden de overtuigingen die in die cultuur bestaan met betrekking tot verschillende sociale groepen. Voorbeelden hiervan zijn dat vrouwen geschikter zijn om voor de kinderen te zorgen of in de zorg te werken omdat ze zachtaardig en zorgzaam zijn. Mannen daarentegen zijn ambitieus en competitief, waardoor ze op verantwoordelijke posten terechtkomen. Deze stereotyperende associaties zijn dan stevig verankerd in het geheugen van de mensen van de groep. Het gevolg hiervan is dat min of meer iedereen in de cultuur, zelfs het niet-bevooroordeelde individu, impliciete stereotyperende associaties heeft die beschikbaar zijn in je brein. Bij het automatisch denken, ook wel het Systeem 1 denken, wordt het stereotype denken automatisch geactiveerd en het kan ook het gedrag van de waarnemer beïnvloeden op zowel een positieve als een negatieve manier.

Het interessante is dus dat het stereotyperend denken van ons brein een manier is om informatie te structureren. Het helpt ons de wereld cognitief overzichtelijker te maken en het helpt ons om groepsgedrag makkelijker te verklaren. In de geneeskunde praktijk zijn stereotypes basis voor het patroon denken, waardoor je efficiënt en makkelijk tot sommige diagnoses kunt komen. Waar we wel alert op moeten blijven is dat het stereotype effect extreem lastig af te leren is en dat stereotypering tot sluipende nadelen kunnen leiden.

Sociale rechtvaardigheid

De in de inleiding beschreven stereotypes zijn voorbeelden van overgeneralisaties. Deze stereotype overgeneralisaties kunnen ertoe leiden dat een arts bij een vrouw van Turkse afkomst laagdrempeliger suiker controleert dan een Nederlandse vrouw en bij het mannelijk echtpaar laagdrempeliger onderzoek op HIV zal inzetten dan bij een heteroman. Er is op basis van impliciete associaties een attitude ontwikkeld ten opzichte van een bepaalde sociale groep, en daarmee een vooroordeel. In dit geval heeft het niet direct nadelige gevolgen omdat er onderscheid wordt gemaakt om een relevant kenmerk. Echter, wanneer er onderscheid wordt gemaakt tussen mensen op basis van een niet relevant kenmerk kan dit leiden tot discriminatie. Het principe van impliciete bias en automatisch associatief denken helpt je te begrijpen waarom wij als mens op bepaalde manieren denken. Hoe kunnen wij ons weren tegen stereotyperen? De eerste stap is je bewust te worden dat jouw brein dit onbewust doet. Dat onbewuste impliciete bias in je brein kan leiden tot onbedoelde discriminatie en daarmee inclusiviteit in de weg kan staan. En juist inclusiviteit is van onschatbare waarde voor ons allemaal. Als we inclusief zijn dan worden we ook diverser. En diversiteit van perspectieven zal een toegevoegde waarde zijn leidend tot creatievere ideeën, efficiëntere teams en minder ‘’blinde vlekken’’. 

Hoewel sociale rechtvaardigheid al reden genoeg is om een afspiegeling van de maatschappij te zijn, is inclusie en diversiteit een noodzakelijke toegevoegde waarde voor een organisatie. 

Daarom wordt hier op onze faculteit hard aan gewerkt; er worden door het onderwijscentrum biastrainingen gegeven aan docenten, alsmede een ‘’diversiteitsscan’’ door het medische curriculum. 

Tenslotte

Wees je er dus van bewust dat je brein op bepaalde manier werkt, dat is evolutionair handig, maar wees je ook bewust in welke valkuilen je kan vallen.

Referenties

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet