10 jan: Hoe niertransplantaties beter kunnen
Voor de meeste patiënten met nierfalen is een niertransplantatie de beste optie. In Nederland staan rond de 750 nierpatiënten op de wachtlijst voor een donornier. De wachttijd voor een donornier van een overledene is gemiddeld tweeënhalf jaar. Komt een nierpatiënt eenmaal in aanmerking voor een transplantatie, dan is het belangrijk dat de donornier zo goed mogelijk bij de ontvanger past. Maar een deel van de testen die hiervoor wordt gebruikt, is inmiddels dertig jaar oud. Daardoor is er niet altijd een goede match, wat kan leiden tot afstoting van de donornier.
“Dankzij financiering van de Nierstichting en een hechte samenwerking tussen nefrologen en laboratoriumspecialisten hebben we nieuwe inzichten in kaart kunnen brengen”, vertelt medisch immunoloog Henny Otten (Center for Translational Immunology, UMC Utrecht). De samenwerking met alle Nederlandse transplantatiecentra maakte het PROCARE 1.0-onderzoek tot een bijzonder project. “De afstotingsproblematiek van donornieren is vanuit verschillende invalshoeken onderzocht. De inzichten die we met nieuwe laboratoriumtechnieken hebben verkregen, worden inmiddels in alle Nederlandse transplantatiecentra toegepast.”
Langer functioneren
Het onderzoeksteam bestudeerde opnieuw de gegevens van ruim zesduizend niertransplantaties, uitgevoerd tussen 1995 en 2005, en onderzocht wat belangrijk was voor een succesvolle niertransplantatie. “De analyse van bewaarde bloedmonsters koppelden we aan gegevens over de gezondheid van de patiënt, zoals de periode waarin een nier goed functioneerde”, zegt Henny. In een enorme databank zijn alle gegevens systematisch samengebracht. Inmiddels is duidelijk welke factoren belangrijk zijn en welke niet. Zo blijkt dat de nieuwe, gevoelige en nauwkeurige meetmethode voor HLA-antistoffen gericht tegen donoren heel belangrijk is om het risico op afstotingsverschijnselen vast te stellen. Inzichten als deze helpen om ervoor te zorgen dat donornieren in de toekomst langer kunnen functioneren.”
Slimme match
Nierpatiënten die op de wachtlijst staan voor een transplantatie, zijn afhankelijk van dialyse. Deze vervangt slechts een klein deel van de nierfunctie. Ook is de kwaliteit van leven beperkt. In 2019 overleden meer dan zestig nierpatiënten, terwijl ze op de wachtlijst stonden. Ruim honderd patiënten moesten noodgedwongen van de lijst af, omdat hun lichaam door een verslechterde toestand geen transplantatie meer aankon. “Door een effectievere toewijzing van donornieren komen getransplanteerden minder snel terug op de wachtlijst”, legt Henny uit. De verwachting is dat wachtlijsten hierdoor op termijn korter worden. Ook minimaliseer je met een slimme match de aanmaak van HLA-antistoffen tegen de donornier.
Matchingsalgoritme
Het tweede project van de onderzoekers heet PROCARE 2.0. Het start in 2020 en heeft twee pijlers. “Eerst gaan we de resultaten uit de eerste studie checken bij een recente groep patiënten”, vertelt Henny. “Dit doen we om vast te stellen welke gegevens van PROCARE 1.0 we moeten meenemen om tot een beter matchingsalgoritme te komen. Hiervoor zal het team de gegevens van ruim 9.000 niertransplantaties, uitgevoerd tussen 2006 en 2016, analyseren met behulp van de nieuwe inzichten en meettechnieken uit PROCARE 1.0. Doel is het ontwikkelen van een beter matchingsalgoritme voor de toewijzing van donornieren.
Heel Nederland
“Daarnaast is het belangrijk dat we de vooruitzichten van iedere patiënt zo goed mogelijk kunnen inschatten. Dat komt heel nauw. De kans op succes bij een grote groep mensen zegt namelijk niet alles over de individuele succeskansen”, zegt Henny. Om dit te bereiken, zullen de onderzoekers transplantatiepatiënten met een hoog risico op afstoting gedurende minstens twee jaar na de transplantatie blijven volgen. Bij hen wordt geregeld met moderne technieken het bloed geanalyseerd op de specifieke soorten witte bloedlichamen en antistoffen. Een verhoging daarvan kan namelijk een aanwijzing zijn voor een verhoogd risico op afstoting. “Is dat het geval, dan kunnen we vroegtijdig gepersonaliseerde medicijnen geven om dit te voorkomen”, zegt Henny. “En omdat alle transplantatiecentra meedoen aan het project, kunnen we zo voor heel Nederland komen tot een betere behandeling van dreigende afstoting van donornieren.”
PROCARE is een samenwerking van het UMC Utrecht, Amsterdam UMC, LUMC, UMC Groningen, Radboudumc, Maastricht UMC en Sanquin Amsterdam en wordt gefinancierd door de Nierstichting.