Hier krijgt u informatie over CT-onderzoek. De afkorting CT betekent ‘Computer Tomografie’. De naam is afgeleid van de techniek die wordt gebruikt. De CT-scan werkt met röntgenstraling net als bij een gewone röntgenfoto. De bundel röntgenstralen die wordt gebruikt, is heel smal. Daarom is het mogelijk om dunne ‘plakjes’ van het lichaam af te beelden. Alle dunne ‘plakjes’ bij elkaar geven een volledig beeld van het onderzochte lichaamsdeel. De ‘plakjes’ kunnen met een computer worden bewerkt. Zo kan de arts het onderzochte lichaamsdeel ook vanuit andere richtingen bekijken. Met gewone röntgenfoto’s is dit niet mogelijk.
Duur van het onderzoek
Meestal duurt het onderzoek 20-30 minuten. Als u geen contrastvloeistof toegediend krijgt, duurt het onderzoek 5 minuten.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
- Vanaf een half uur voor het onderzoek krijgt u in de wachtruimte water te drinken. Hierdoor komt vocht in de nieren. Dit is belangrijk voor het CT onderzoek.
- Medicijnen mag u gewoon innemen met een glaasje water.
- Voor een CT-scan mag u gewoon eten en drinken.
Nierfunctie
Het is belangrijk om te weten of de nierfunctie goed is voordat we de contrastvloeistof toedienen. Dit wordt bepaald met een bloedonderzoek. Vraag uw arts of dit voor u van toepassing is. Dit bloedonderzoek moet minstens één uur voor de CT-scan plaats vinden zodat de uitslag op tijd bij ons bekend is.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
- Via de receptie wordt u doorverwezen naar de juiste wachtruimte
- De laborant haalt u op in de wachtruimte en brengt u naar de kleedkamer
- In de kleedkamer kunt u, indien nodig, kleding uitdoen en eventuele sieraden afdoen. Deze ruimte wordt afgesloten.
U komt op een smalle tafel te liggen. Deze tafel schuift tijdens het onderzoek langzaam door de opening van de CT-scan. In deze opening zit een ringvormig röntgenapparaat. Tijdens het maken van een scan draait het röntgenapparaat rond. Hierdoor hoort u een zoemend geluid. Het is belangrijk dat u dan stil blijft liggen. Als u beweegt bestaat de kans dat de scan mislukt.
Contrastvloeistof is soms nodig om organen, bloedvaten of afwijkingen beter in beeld te brengen. Contrastvloeistof krijgt u via een infuus toegediend. Dit infuus wordt voor het CT-onderzoek (bij voorkeur in de elleboogsplooi) aangebracht. Na het onderzoek wordt het infuus weer uit uw arm gehaald.
Gedurende het onderzoek ligt u alleen in de onderzoeksruimte. Röntgenstraling is niet schadelijk wanneer er af en toe röntgenbeelden worden gemaakt. Het kan wel schadelijk zijn wanneer je er elke dag mee werkt. Daarom gaan artsen en laboranten tijdens het onderzoek naar een kamer naast de onderzoeksruimte. Vanuit deze kamer bedient de laborant de CT-scan. Door een raam kunnen artsen en laboranten u in de gaten houden. Er is ook een intercom, zodat u met elkaar kunt praten. Door deze intercom geeft de laborant u tijdens het onderzoek aanwijzingen.
