Deze folder geeft u informatie over een angiografie. In verband met richtlijnen rondom de patiëntveiligheid vragen wij u deze folder goed door te lezen!
Angiografie is een afbeeldingstechniek waarbij de bloedvaten worden gevuld met contrastvloeistof en met behulp van röntgenstralen worden afgebeeld. De contrastvloeistof wordt door een dun slangetje - een katheter - via de lies (soms via de arm) in uw lichaam gespoten. Dit onderzoek vindt plaats tijdens een dagopname. In sommige gevallen wordt u de avond voor het onderzoek al opgenomen; waar en wanneer u zich moet melden, krijgt u te horen van het opnamebureau of van de verpleegafdeling.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door een interventie-radioloog en duurt één à twee uur. Omdat het onderzoek via een slagader in de lies plaatsvindt, moet u na het onderzoek nog 4 uur platte bedrust houden. De zaalarts van de verpleegafdeling beslist wanneer u naar huis mag. Soms kan het zijn dat u nog een nachtje moet blijven. Dit is afhankelijk van het verloop van het onderzoek.
Belangrijke punten
Medicatie
- Neemt u een actuele medicatielijst mee!
- Meestal kunt u gewoon doorgaan met uw voorgeschreven medicijnen.
- Bij suikerziekte en insuline gebruik kunt u bij opname overleggen met uw zaalarts/verpleging over een eventuele aanpassing van de dosis insuline.
- Heeft u een verminderde nierfunctie en gebruikt u metformine bij suikerziekte, dan mag u dit niet innemen op de dag van het onderzoek. De metformine mag 48 uur na het onderzoek weer worden ingenomen.
- Bij bloedverdunningsmiddelen zal voor de behandeling de medicatie mogelijk gestaakt moeten worden. Dit hangt af van het soort bloedverdunners.
- Hiervoor is overleg met uw arts van tevoren noodzakelijk.
Allergie
- Bent u bekend met een allergie voor (jodiumhoudend) contrastmiddel; geef dit door aan uw arts! Hij of zij geeft u dan een recept mee. U moet 12 en 2 uur voor het onderzoek bepaalde medicijnen innemen.
- Bent u bekend met andere allergieën; geeft dit ook door aan uw arts en meldt dit aan de verpleging bij opname.
Nierfunctie
- Voorafgaand aan de angiografie, moet uw nierfunctie bekend zijn (deze waarde mag maximaal 1 jaar oud zijn). Wanneer uw nierfunctie niet bekend is, of wanneer het te lang geleden is, wordt er wat bloed bij u afgenomen.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
- U wordt voor het onderzoek opgenomen op de verpleegafdeling.
- Op de dag van het onderzoek mag u, twee uur voordat u naar de afdeling radiologie gaat niet meer eten. U kunt blijven drinken (helder vloeibaar, geen melkproducten) tot vlak voor het onderzoek.
- Alle sieraden en andere waardevolle spullen dient u op de verpleegafdeling achter te laten.
- U krijgt een infuus, dit wordt ingebracht op de verpleegafdeling of op de angiokamer.
- Wanneer uw nierfunctie niet voldoende blijkt te zijn, krijgt u 1 uur voor het onderzoek via een infuus extra vocht toegediend.
- Gebruikt u normaal bloedverdunners en heeft u deze in overleg met uw arts moeten staken, dan zal zodra u wordt opgenomen, bloed geprikt worden om de waarde te controleren. Wanneer het bloed toch nog ‘te dun’ blijkt, kan het zijn dat het onderzoek uitgesteld moet worden.
- Als u dat prettig vindt, krijgt u één uur voor het onderzoek op de verpleegafdeling een tablet met een rustgevende werking.
- U gaat in uw bed in een OK-jasje naar de angiokamer op de afdeling radiologie.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
U neemt plaats op de onderzoekstafel. Voor dat met het onderzoek wordt gestart neemt de laborant en/of radioloog nog een vragenlijst met u door.
De laborant vraagt u uw onderbroek uit te doen. Tijdens het hele onderzoek ligt u op uw rug, met uw handen langs uw lichaam. De laborant maakt beide liezen schoon met een desinfecterend middel. Uw lichaam (behalve uw hoofd en liezen) wordt afgedekt met steriele lakens. De arts bepaalt welke lies aangeprikt wordt. U krijgt in uw lies een plaatselijke verdoving. Deze prik is even pijnlijk. Als de verdoving is ingewerkt, wordt de slagader aangeprikt en de katheter ingebracht. Het uiteinde van de katheter blijft buiten uw lichaam.
De artsen kunnen met behulp van contrastmiddel en röntgenstralen op een beeldscherm zien waar de katheter zich in het lichaam bevindt. Van het contrastmiddel krijgt u een warm gevoel in uw lichaam, dit verdwijnt weer na enige tijd. De arts vraagt u tijdens het maken van de foto’s stil te liggen en af en toe de adem in te houden. Tijdens het maken van de foto’s hoort u pieptonen. Er worden meerdere series foto’s gemaakt, dus ook meerdere keren contrastvloeistof toegediend.
Als alle foto’s klaar zijn, wordt de katheter verwijderd. De insteekplaats in de lies wordt met behulp van een klem gedurende 15 minuten dicht gedrukt, vervolgens krijgt u een drukverband in de lies. Soms beslist de radioloog de insteekplaats in de lies te sluiten met behulp van een oplosbaar “plugje”, er hoeft dan niet 15 minuten afgedrukt te worden. Het plaatsen van dit “plugje” kan wat pijnlijk zijn.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Op de afdeling
- U gaat in uw bed terug naar de verpleegafdeling. Gedurende 4 uur na het onderzoek geldt strikte bedrust; het been dat aangeprikt is geweest, moet gestrekt blijven liggen ter voorkoming van een nabloeding. Tevens mag u het hoofd niet optillen; ook hierdoor komt er druk op het wondje waar- door een nabloeding kan optreden.
- De verpleegkundige op de afdeling controleert regelmatig uw polsslag, uw bloeddruk en het drukverband.
- Wanneer u tussentijds het idee heeft dat die lies warm en nat aanvoelt; waarschuw dan direct de verpleegkundige. Ook wanneer de lies dik wordt of heel pijnlijk is; meldt dit bij de verpleging.
- U mag na het onderzoek gelijk weer eten en drinken. Het is belangrijk dat u na het onderzoek veel drinkt. Hierdoor raakt u de contrastvloeistof via de urine snel kwijt.
- Wanneer u voor het onderzoek extra vocht via een infuus toegediend hebt gekregen, zal dit ook na het onderzoek gedaan worden gedurende 6 uur.
Thuis
Tijdens de behandeling bent u in uw liesslagader geprikt. Hierdoor kan soms een bloeding ontstaan. Om een nabloeding te voorkomen, adviseren wij u het volgende;
- Niet zelf naar huis te rijden na het onderzoek.
- De dag na het onderzoek niet te veel lopen (alleen in en om het huis).
Wij adviseren de volgende leefregels:
- De dag na het onderzoek kunt u weer douchen of een bad nemen. Is de lies gesloten met een ‘plugje’ (Angioseal of Mynx), dan mag dit pas na 3 dagen! In dat geval heeft u van de afdeling ook een kaartje mee gekregen wat u 30 of 90 dagen bij u moet dragen.
- De eerste 3 dagen traplopen zoveel mogelijk beperken.
- Vanaf de derde dag kunt u weer seksueel contact hebben.
- Met sporten of zware lichamelijke arbeid wachten tot een week na de ingreep.
Mogelijke complicaties
- Bloeduitstorting. Bij de punctieplaats in de lies kan een bloeduitstorting ontstaan. Dit geeft soms pijnklachten, maar verdwijnt na enkele dagen tot een week. Er kan een verkleuring, doofheid of temperatuurverandering optreden in het behandelde been of de lies waar de katheter in geplaatst was. Neemt u dan contact op met de huisarts.
- Nabloeding. De plaats waar de katheter in de lies heeft gezeten kan nog na enkele uren gaan nabloeden. Het wondje in de lies zal dan pomp- of golfsgewijs gaan bloeden. Druk dan met uw vingers de slagader in de lies dicht (of laat iemand anders dit doen) en waarschuw direct de huisarts.
- Infectie. Er is toenemende zwelling in de lies en de lies is pijnlijk en u heeft mogelijk koorts. Neemt u contact op met de huisarts.
- Allergische reactie. Een overgevoeligheidsreactie op het jodium houdend contrastmiddel kan optreden. Vaak is dit tijdens of vlak na het onderzoek (jeuk, galbulten, benauwdheid). Wanneer u hier last van krijgt als u weer thuis bent, neem dan contact op met de huisarts.
Contact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken of bent u verhinderd? Neem contact op. Voor een afspraak is een verwijzing nodig.
Polikliniek Radiologie
Telefoonnummer: 088 75 588 55 Wilt u contact met ons opnemen na 17.00 uur of in het weekend? Belt u dan met het centrale nummer van het UMC Utrecht, 088-755 5555.