Uw arts heeft met u gesproken over een blokkade van het ganglion sfenopalatinum; dit is een bepaald soort zenuwblokkade. Algemene informatie over een zenuwblokkade staat onder het folder Zenuwblokkade.
Zenuwblokkade van het ganglion sfenopalatinum
Een ganglion is een zenuwknoopje van het ‘onwillekeurige zenuwstelsel’. Het onwillekeurige zenuwstelsel regelt allerlei lichaamsfuncties waar we normaal niet op letten, zoals hartslag, bloeddruk, doorgankelijkheid van de bloedvaten en transpireren. Ook is het belangrijk bij sommige vormen van pijn.
Het ganglion sfenopalatinum ligt achter in de neus. Een blokkade van dit zenuwknoopje kan zinvol zijn bij bepaalde soorten aangezichtspijn of hoofdpijn (bijvoorbeeld clusterhoofdpijn).
Wat is het verschil tussen een proefblokkade en een langwerkende blokkade?
De anesthesioloog probeert eerst door proefblokkades vast te stellen of het ganglion sfenopalatinum betrokken is bij de pijn. Een proefblokkade is een tijdelijke, diagnostische blokkade met een kort werkend verdovingsmiddel. Soms is het mogelijk deze proefblokkade met behulp van neusdruppels uit te voeren. Alleen als na een proefblokkade pijnvermindering optreedt, wordt een behandeling met een langere werkingsduur gedaan. Dit kan meestal niet op dezelfde dag plaatsvinden.
Een enkele keer besluit de anesthesioloog-pijnspecialist om direct een langwerkende blokkade te doen. Dit bespreekt uw arts altijd van tevoren met u.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
- Als u antistolling (bloedverdunners) gebruikt (b.v. Sintrom®, Marcoumar® of Acenocoumarol) dan moet u hier vóór de behandeling mee stoppen. Bespreek met uw behandelend arts hoe lang van tevoren dat nodig is.
- Vertel het uw arts als u overgevoelig bent voor röntgencontrastvloeistof.
- Als u zwanger bent of denkt te zijn, kan de behandeling niet plaats vinden.
- U kunt op de ochtend van behandeling gewoon eten en drinken en uw overige medicijnen innemen, tenzij uw behandelend arts anders voorschrijft.
- De behandeling gebeurt onder plaatselijke verdoving en duurt ongeveer een half uur.
- In overleg kan de behandeling onder sedatie plaatsvinden. Dit wordt in dat geval expliciet met u besproken door de behandelend anesthesioloogpijnspecialist. Er gelden dan andere regels met betrekking tot eten en drinken vóór de behandeling. Meer informatie hierover leest u onder het kopje Sedatie van de afdeling pijnbehandeling.
- De behandeling vindt in principe in een dagopname plaats.
- Als u op de dag van behandeling koorts hebt, kan de behandeling op dat moment niet doorgaan. Neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de secretaresse van de polikliniek voor pijnbehandeling (088 75 561 63).
- Na de behandeling mag u die dag niet actief aan het verkeer deelnemen vanwege de kans op tijdelijk krachtverlies of uitval van gevoel. Wilt u er zelf voor zorgen dat iemand u naar huis brengt?
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
U ligt tijdens de behandeling op uw rug. De anesthesioloog geeft een plaatselijke verdoving in uw wang. Als de behandeling onder sedatie plaatsvindt krijgt u via een infuus een slaapmiddel en een pijnstiller toegediend. Bij de behandeling plaatsen we onder röntgendoorlichting een speciale naald bij het betreffende zenuwknoopje achter in de neus. De naald wordt via de wang ingebracht. Onder röntgendoorlichting wordt de plaats van het zenuwknoopje opgezocht. Als de anesthesioloog op de röntgenfoto de naald op de juiste plaats ziet, wordt via een teststroompje de naaldpositie waar de behandeling moet plaatsvinden, gecontroleerd. Tijdens zo’n teststroompje kunt u iets voelen in het gehemelte, tandvlees of in de neus. Zo nodig moet er een kleine correctie van de naaldpositie plaatsvinden. Daarna wordt de punt van de naald elektrisch verwarmd en wordt de zenuw behandeld. Deze warmtebehandeling gebeurt onder plaatselijke verdoving. Het kan een aantal dagen duren voor het effect van de behandeling kan worden beoordeeld.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
Bijwerkingen en complicaties
De behandeling wordt zorgvuldig uitgevoerd en leidt zelden tot ongewenste, blijvende schade. De anesthesioloog overlegt met u als de behandeling voor u bijzondere risico’s met zich meebrengt.
Bijwerkingen die op kunnen treden zijn:
- napijn welke enkele dagen kan aanhouden. U kunt hiervoor zo nodig Paracetamol gebruiken.
- een bloeduitstorting in de wang;
- een (tijdelijk) doof gevoel in het gehemelte; in zeldzame gevallen ontstaat een doof gebied bij de bovenkaak of tandenrij.
- ongeveer 3% van de patiënten krijgt een bloedneus als in de neus een bloedvaatje geraakt wordt. Dit kan tot 24 uur na de behandeling optreden. Neem in dat geval contact op met uw behandelend anesthesioloog pijnspecialist. Soms moet de KNO arts deze bloedneus behandelen.