Een dotter- en stentbehandeling heft vernauwingen op in de kransslagaders van uw hart. Het is een veelvoorkomende behandeling.
Scan de bovenstaande QR-code met uw telefoon om een animatie over dit onderwerp te bekijken.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Verpleegkundig telefonisch consult
Een verpleegkundige van de afdeling hartkatheterisatie belt u voorafgaand aan de opname voor de dotterbehandeling. Tijdens dit spreekuur geeft de verpleegkundige u uitleg en informatie over de dotterbehandeling en kunt u vragen stellen.
Op de opnamedag zelf spreekt een verpleegkundige de behandeling nog een keer kort met u door. Wanneer u nerveus bent, kun u een kalmerend middel krijgen.
Onderzoeken
Bij opname vinden er aan aantal onderzoeken plaats:
- bloedonderzoek
- een hartfilmpje (ecg)
- lichamelijk onderzoek
Eten en drinken
Voor dit onderzoek mag u gewoon eten en drinken. Wel is het verstandig om 2 uur voor het onderzoek niet te veel en te vet te eten.
U mag direct na het onderzoek weer iets eten en drinken. Bij dit onderzoek maken we gebruik van contrastvloeistof. De contrastvloeistof verdwijnt vanzelf uit uw lichaam via de urine. Wij adviseren u wel na het onderzoek veel te drinken om de contrastvloeistof sneller kwijt te raken. Overleg dit met de verpleegkundige.
We ontvangen u op de dagbehandeling of afdeling. Hier krijgt u uitleg over de hartkatheterisatie en de opname op de dagbehandeling of de verpleegafdeling. Daarna controleren we uw bloeddruk en hartslag. Ook krijgt u ter voorbereiding op de dotterbehandeling een infuusnaald.
Het kan zijn dat u moet wachten omdat het kan gebeuren dat een patiënt met spoed een dotterbehandeling moet ondergaan. Deze patiënten hebben altijd voorrang.
Vlak voor de behandeling krijgt u een rustgevend medicijn. Verpleegkundigen brengen u in uw bed naar de hartkatheterisatiekamer. Daar mag u overstappen op de onderzoekstafel.
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
De behandeling begint met een plaatselijke verdoving op de plek waar de katheter ingebracht wordt. Via een slagader in uw pols of lies, brengt de hartspecialist (interventiecardioloog) een katheter (een dun, buigzaam en hol slangetje) naar de vernauwde kransslagader van uw hart. Door deze holle katheter brengt de arts een draad naar binnen. De draad brengt hij in de kransslagader tot voorbij de vernauwing.
Dotteren
Over de draad schuift de arts een ballonnetje naar de plek van de vernauwing. Daar wordt het ballonnetje opgeblazen. U kunt een beetje druk op uw borst voelen als het ballonnetje uw kransslagader tijdelijk afsluit. Dit hoort bij de behandeling en duurt maar kort.
Plaatsen van een stent
In de meeste gevallen plaatst de arts ook een stent. Een stent is een soort balpenveertje van metaal. Een stent geeft uw vaatwand extra ondersteuning en voorkomt dat uw bloedvat na het dotteren weer terugveert. We gebruiken stents met medicijnen (drug eluting stents) om te voorkomen dat een stent verstopt raakt. We kunnen niet altijd een stent plaatsen, bijvoorbeeld wanneer het bloedvat te klein is.
Duur van de behandeling
De behandeling vindt plaats op de hartkatheterisatiekamer (HCK) en duurt ongeveer 1 tot 1,5 uur.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
De opening in het bloedvat in de pols wordt dichtgedrukt met behulp van een polsband met een luchtkussen (TR-band), dat wordt opgepompt. Het leeglaten van deze polsband gebeurt stapsgewijs volgens een protocol. Dit duurt ongeveer vier uur.
Wanneer de dotterbehandeling via uw liesslagader is gedaan, zijn er twee mogelijkheden:
- De opening in het bloedvat in uw lies wordt handmatig in dertig minuten dichtgedrukt waarna u een strak verband (drukverband) krijgt. U heeft dan bedrust. Na 4 uur wordt het drukverband verwijderd en moet u 1 uur rechtop in bed zitten voor u weer mag mobiliseren.
- Het gaatje in het bloedvat wordt gesloten met een speciaal afsluitsysteem. De arts plaatst dan een eiwitpropje op het gaatje in het bloedvat. Daarna wordt een drukverband aangelegd. U heeft dan bedrust. Na 2 uur wordt het drukverband verwijderd en moet u 1 uur rechtop in bed zitten voor u weer mag mobiliseren.
Als u pijn op uw borst voelt na de behandeling moet u dit melden aan de arts of de verpleging.
Mogelijke bijwerkingen
U kunt soms bijwerkingen krijgen van de medicijnen of van de contrastvloeistof die is gebruikt tijdens of na de dotterbehandeling. De klachten variëren van uitslag tot erge jeuk. Hebt u hier last van, meld het aan de verpleegkundige of aan uw huisarts.
Mogelijke complicaties
Zelfs als een behandeling helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.
De volgende complicaties kunnen voorkomen:
- ritme- en geleidingsstoornissen
- (tijdelijke) pijn op uw borst
- overgevoeligheidsreactie op de contrastvloeistof (huiduitslag)
- een bloeduitstorting, bloeding of ontsteking bij de aanprikplaats
Zelden treden de volgende complicaties op:
- perforatie van de vaatwand waardoor een inwendige bloeding optreedt
- overbelasting van de bloedsomloop waardoor kortademigheid ontstaat
- het losraken van een klein bloedpropje wat kan leiden tot een hartinfarct of herseninfarct.
Terug op de verpleegafdeling
Na de behandeling gaat u terug naar de afdeling.
De verpleegkundige controleert:
- uw bloeddruk
- de plaats waar de slagader is aangeprikt
- de doorbloeding van uw voeten als uw lies is aangeprikt
- de doorbloeding van uw handen en vingers als uw pols is aangeprikt
Als u bent aangeprikt in de lies moet u enkele uren rustig plat op uw rug blijven liggen, zodat het bloedvat kan herstellen. Als de zaalarts uw lies heeft gecontroleerd mag u weer uit bed.
Als u bent aangeprikt via de pols hoeft u niet in bed te blijven liggen. U krijgt een polsband met luchtkussen (TR-band) en een draagdoek (mitella) voor de arm.
Drie uur na de behandeling wordt bloed afgenomen door de verpleegkundige. U hoeft niet op de uitslag te wachten.
Eten en drinken
U mag direct na het onderzoek weer iets eten en drinken. Wij adviseren u veel te drinken om de resten van de contrastvloeistof uit uw lichaam te verwijderen. Overleg dit met de verpleegkundige.
Opnameduur
Meestal mag u dezelfde dag met ontslag, soms de dag erna. Voordat u naar huis gaat controleert de arts uw lies of pols en u ontvangt van de verpleegkundige de ontslagpapieren.
Leefregels
U krijgt een ontslagbrief mee naar huis met daarin de leefregels beschreven.
- Bij een liesprocedure mag de patiënt de eerste 3 tot 4 dagen niet zwaar tillen of persen, niet fietsen en/of autorijden.
- De pleister mag na 2 dagen verwijderd worden. Zo nodig een nieuwe pleister aanbrengen totdat de huid genezen is, vermijd een bad gedurende 3 tot 4 dagen.
- Bij plotselinge klachten van de lies, moet er contact opgenomen worden met de huisarts.
- Bij een procedure via de polsslagader moet de u de eerste 24 uur nadat de TR band verwijderd is, een mitella dragen. De daarop volgende 24 uur de arm licht gebruiken, daarna zijn er geen beperkingen meer.
- Bij plotselinge klachten van de hand of pols contact laten opnemen met de huisarts.
Zorgkosten uitklapper, klik om te openen
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Verpleegafdeling Hartkatheterisatiekamer
Hebt u vragen? Neem dan contact op met het secretariaat van de afdeling hartkatheterisatiekamer.
Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek cardiologie, hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
De polikliniek cardiologie heeft meerdere spreekuren:
- aangeboren hartafwijkingen
- elektrofysiologie
- harttransplantatie
- verpleegkundig spreekuur hartfalen
Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met de afdeling hartfunctie.
Polikliniek Hartfunctieafdeling
De afdeling is bereikbaar op werkdagen van 08.00 - 17.00 uur.
Verpleegafdeling Cardiologie (verpleegafdeling B4 west)
Wilt u contact opnemen met de verpleegafdeling cardiologie, B4 west?
Verpleegafdeling Hartbewaking (CCU)
Op de hartbewaking mag u bezoek ontvangen tussen 15.00 - 16.00 uur en 19.00 - 20.00 uur.
Er mogen maximaal twee personen per keer op bezoek komen.
Hebt u vragen? U kunt ons bereiken op: 088 755 6336.