We willen hersenschade beperken bij alle baby’s
Hoe kan wetenschappelijk onderzoek hersenschade bij kinderen met een ernstige aangeboren hartafwijking zoveel mogelijk beperken? Hoogleraar neonatologie Manon Benders en kindercardioloog Hans Breur vertellen over het levenslooponderzoek onder deze kinderen en de daaruit voortvloeiende CRUCIAL-trial met andere kinderhart centra in Nederland.
Elk jaar worden in Nederland circa 1.500 kinderen geboren met een aangeboren hartafwijking. Bij ongeveer een kwart is de hartafwijking zo ernstig dat ze kort na de geboorte geopereerd moeten worden. De hersenen van deze kinderen krijgen tijdens de zwangerschap minder zuurstof en voedingsstoffen, waardoor hun hersenontwikkeling achterloopt. Na de geboorte zijn de hersenen kwetsbaar en kunnen ademhalings- en bloedcirculatieproblemen én de openhartoperatie makkelijk schade veroorzaken.
Levenslooponderzoek
Manon: “We willen onderzoeken wat de kwetsbaarste periode is voor het ontwikkelen van hersenafwijkingen. Daarom hebben we een traject ontwikkeld: het Congenital Heart Disease life span-onderzoek. Dit is een multidisciplinair UMC Utrecht-levenslooponderzoek dat baby’s met een ernstige aangeboren hartafwijking volgt vanaf voor hun geboorte tot in de (verre) volwassenheid. We onderzoeken de hersenontwikkeling al voor de geboorte (tijdens de zwangerschap) én het ontstaan van hersenschade na de geboorte en rondom of na hartoperaties. Ook volgen we via de hart-op-weg-poli nauwlettend de ontwikkeling van deze kinderen. Zo hopen we bij de verschillende hartafwijkingen steeds beter te kunnen voorspellen wanneer je welke problemen kunt verwachten.” Het uiteindelijke doel: hersenschade verminderen – en daarmee de kwaliteit van leven verbeteren.
Scan de bovenstaande QR-code met uw telefoon om een video over dit onderwerp te bekijken. Of bekijk de video via:
Expertise samenvoegen
In dit levenslooponderzoek werken verschillende disciplines nauw samen. Bijvoorbeeld neonatologen, kindercardiologen, intensive care-artsen en gynaecologen. Hans: “Dat is nodig, als je grote vragen wilt beantwoorden. Je maakt gebruik van elkaars expertise en dat komt de zorg ten goede.” Manon geeft een voorbeeld: “Op advies van de neonatologen worden de hersenen na een hartoperatie nu bewaakt, via een neuromonitor. Dat gebeurde vroeger niet, maar dit is net zo belangrijk als de ademhaling en hartactie monitoren. Een epileptische aanval kun je bijvoorbeeld in dit stadium vaak niet zien zonder neuromonitor. En hoe eerder we dat behandelen, hoe beter.”
Hans: “Ook een goede ontwikkeling: kindercardiologen en neonatologen lopen nu samen visite. Nuttig, want elke expertise heeft vanuit een ander perspectief inzicht in bepaalde risicofactoren. Als je die met elkaar deelt, dan weet je samen meer. Dan kun je bijvoorbeeld voorkomen dat je het hart weliswaar repareert – maar dat er vervolgens hersenschade ontstaat.”
Hersenen beschermen
We zijn samen met Rotterdam, Nijmegen en Groningen een landelijke studie gestart: de CRUCIAL-trial. Hierin wordt het effect van het medicijn allopurinol onderzocht. Kinderen in Nederland die in hun eerste zes levensweken een hartoperatie krijgen, kunnen meedoen aan deze studie. Manon: “We onderzoeken en hopen dat toediening ervoor zorgt dat er minder schadelijke stoffen vrijkomen in de hersenen, die schade veroorzaken op de kwetsbare momenten vlak na de geboorte en rondom de hartoperatie. Direct na de geboorte en vlak voor de hartoperatie geven we óf allopurinol óf een placebo. Via een MRI-scan van de hersenen vergelijken we de effecten op hersenschade voor en na de operatie. Twee jaar later meten we hoe de fysieke-, mentale- en sociale ontwikkeling van het kind verloopt.”
Verschillende aspecten
Dit onderzoek is mogelijk door samenwerking met meerdere centra. Ook hier is het belangrijk om ieders expertise bij elkaar te brengen. Naast het gemeenschappelijke doel hersenschade te beperken, draagt elk hartcentrum bij aan het onderzoek op basis van specifieke interesse. Rotterdam is benieuwd naar onderliggende werkingsmechanisme van allopurinol. Groningen onderzoekt vroege voorspelling van ontwikkeling door analyse van bewegingspatronen; waar ze een wereldberoemd trackrecord op hebben. Nijmegen is geïnteresseerd in de mogelijke werking van allopurinol op het hart.
Lange- en korte termijn voordelen
“We willen een medicijn ontwikkelen dat hersenschade vermindert. Als dat lukt, kunnen we straks de kwaliteit van leven van deze kinderen verbeteren. Ook tijdens de studies hebben patiënten al baat bij meedoen. Via onderzoek wordt er meer gemeten dan normaal,” legt Manon uit, “dus als iets afwijkt, dan zien we dat”. Hans maakt bijvoorbeeld veel echo’s van het hart, ik kijk naar de hersenen. Als we die informatie samenvoegen, dan levert dat soms verbanden op of worden risicofactoren duidelijk. Een mooi voorbeeld is een verstopping van een hersenbloedvat. Behandeling met bloedverdunners kan dan ernstigere schade voorkomen – en dit hadden we niet geweten zonder MRI. Wat ‘normaal’ is, weten we steeds beter, dankzij alle informatie die we vastleggen; we bouwen een grote (anonieme) database op. Wetenschappelijk onderzoek kan dus veel voor de patiënt betekenen, zowel op de lange- als de korte termijn.”
Dit onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door Zonmw en Stichting Hartekind.