Verpleegkundestudent Martine kreeg zelf corona
Corona is geen grap. Dat weet verpleegkundige in opleiding Martine (25) als geen ander. Tijdens haar werk op de afdeling longziekten in het UMC Utrecht zag ze patiënten het ene moment nog rechtop in bed grappen maken en dan opeens hard achteruit gaan. Totdat ze zelf op de afdeling besmet raakte met het coronavirus. “Verpleegkunde vond ik al een mooi vak en dat is nu nog tien keer zo sterk. Mijn ziekte valt vies tegen, maar ik ga door. Zodat ik weer goede patiëntenzorg kan gaan leveren.”
Alleen haar afstudeeronderzoek moet ze nog presenteren, dan is Martine klaar met haar opleiding tot verpleegkundige in het UMC Utrecht. Na een jaar op de algemene neurologie en neurochirurgie, gevolgd door een jaar op de chirurgische oncologie, werkt ze sinds maart op de afdeling longziekten. “Tijdens de eerste golf had ik zelf alles goed doorstaan, steeds negatief getest. Nu in de tweede golf ook al twee keer negatief getest. De derde keer was helaas scheepsrecht.”
Gebeld door onbekend nummer
Martine liet zich testen op het coronavirus, omdat op de afdeling twee collega’s positief getest waren in twee dagen tijd. “Met hen had ik veel samen gewerkt de voorgaande week. Tijdens mijn laatste nachtdienst had ik de griepprik gekregen, twee uur daarna kreeg ik hoofdpijn en spierpijn. Even dacht ik nog dat dat door de griepprik kwam. Maar toen ik die avond werd gebeld door een onbekend nummer, wist ik het meteen.” Direct na de testuitslag ging Martine thuis in quarantaine.
Meten is weten
“Meteen heb ik een saturatiemeter besteld. Ik woon alleen, dus meten is weten, dacht ik. De zaterdag na de test kreeg ik verhoging, steeds meer hoofdpijn en meer last van m’n keel. Benauwdheid en kortademigheid kwamen op zondag en zes dagen later had ik saturatiedalingen. Ik ging steeds dieper doorademen om voldoende zuurstof binnen te krijgen. Mijn flat is klein, maar in tien stappen van de bank naar de badkamer, daar moest ik een uur van bijkomen.”
Coronapositievelingen
Partners of verpleegkundigen zien een verslechtering meestal sneller dan de patiënt zelf. Daarom startte Martine samen met de andere positief geteste collega’s een appgroep ‘coronapositievelingen’, om zo elkaar mentaal te ondersteunen en de klachten met elkaar te vergelijken. “Waar het bij anderen steeds wat beter ging, ging het bij mij eigenlijk steeds minder. Zelf dacht ik dat het nog best ging. Van alle klachten wist ik dat ze erbij hoorden. Ik zou vanzelf de bocht wel weer maken. Zo heb ik elke keer de grenzen verlegd.”
Als jij de huisarts niet belt
“Op donderdag ochtend werd ik ineens wakker met enorme pijn op de borst, mijn hartslag was hoog en onregelmatig, saturatie veel te laag. Mijn beste vriendin kwam langs, met mondkapje op, zittend aan de andere kant van de deur, ik ruim drie meter verderop in huis. Zij ziet als verpleegkundige ook dagelijks coronapatiënten, maar schrok zich wezenloos. Als jij de huisarts niet belt om opgenomen te worden, dan doe ik het, zei ze. In m’n hoofd was ik nog bezig met ‘het gaat nog prima’, maar mijn lichaam was zo uitgeput dat ik niet meer op mijn benen kon staan. Een dag later heeft de huisarts mij beoordeeld en doorverwezen naar het UMC Utrecht. Super kortademig werd ik binnen no time naar de high care gebracht. Zulke zuurstofwaarden had ik weinig gezien bij een gezond iemand van 25 zonder onderliggend longlijden. En dit keer was ik het zelf.”
We zorgen voor ons team
“De eerste avond in het ziekenhuis vond ik heel eng. Nu lig ik hier en dan? Die nacht was ik echt bang dat ik er tussenuit zou piepen. Tijdens mijn quarantaine had ik veel contact met mijn teamleiders. We zorgen voor ons team, je bent onderdeel van de UMC-familie, zeiden ze meteen tegen me. Dan voel je je een geluksvogel. Van onze afdeling ben ik volgens mij de eerste collega die als COVID-patiënt opgenomen is.”
Ze zat rustig bij me en praatte met me
“Ik lag niet op mijn eigen afdeling, werd vooral door mensen van defensie verpleegd. ’s Nachts was er een verpleegkundige van de KNO bij me, dat was heel fijn. Vaak zag ik het twee uur worden, vier uur, maar zij zat rustig bij me en praatte met me. Ze had niet het gevoel dat ik in zou storten. Dat wist ik ook, maar zo voelde het niet. Ik vertrouwde niet meer op mijn lichaam omdat het zo lang al zo’n schijnbeeld had vertoond. Na twee nachten ging het beter, werd de zuurstof afgebouwd en hoefde mijn lichaam ook minder te strijden.”
Twee maanden niet gezien
“Op mijn moeders verjaardag werd ik ontslagen uit het ziekenhuis. Mijn ouders appten me: we hebben een bed in de woonkamer gezet. Ik ben geen patiënt, ik ga daar echt niet in liggen, dacht ik nog. Maar eenmaal daar was ik zo blij met dat bed. Alles kost gewoon zoveel moeite, vooral op een slechte dag. Van tandenpoetsen moet ik bijkomen, de trap op voelt als een marathon. Waar ik eerst twee kilometer in een uur zwom, doe ik nu 20 minuten over 250 meter wandelen. Ik weet wel dat ik patiënt ben, maar het blijft lastig om uit mijn rol als zorgverlener te stappen.”
Post op Facebook
Om haar collega’s te bedanken voor de goede zorgen, schreef Martine een mooie post op Facebook. “Ik ben super dankbaar, maar ik zie ook mensen op mijn tijdlijn die zoveel onzin plaatsen over corona. Iemand had geschreven dat corona te genezen is met baking soda. Toen ik dat die ochtend las was ik zo boos. Er zijn dus mensen die dit soort dingen de wereld in plaatsen, terwijl er hier in de ziekenhuizen mensen overlijden. En echt niet alleen 80-plussers met onderliggend lijden worden ziek, kijk maar naar mij. Corona is geen grap.”
Ik houd van mijn werk
Dat Martine geen corona meer heeft, betekent niet dat haar klachten voorbij zijn. “Nog steeds benauwd, kortademig, pijn op mijn borstbeen, duizelig, ontstekingen in mijn lichaam en eindeloos vermoeid, maar wel negatief getest, dat voelt heel gek. De fysio en longarts geven mijn herstel twee tot drie maanden. Zodra het ook maar een beetje kan, wil ik mijn opleiding afmaken. Met mijn supervisors en leidinggevenden heb ik een heel kort lijntje, het zijn prachtige mensen die achter me staan en voor me knokken. Dat is echt de manier om met studenten om te gaan. Ik houd van mijn werk en in dit ziekenhuis wil ik blijven werken.”