Partner van de Wereldgezondheidsorganisatie
Bijzonder, nuttig en eervol: onze subafdeling Bioethics & Health Humanities is sinds begin dit jaar een samenwerkingscentrum van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Het UMC Utrecht gaat onder meer ethische richtlijnen schrijven die artsen en onderzoekers over de hele planeet kunnen volgen. “Ik hoop dat we over een paar jaar de wereld een stukje eerlijker en rechtvaardiger hebben gemaakt”, zegt afdelingshoofd Rieke van der Graaf.
De verdeling van vaccins over landen. Het gesprek tussen artsen en patiënt over passende zorg. De uitgangspunten voor medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. De gedachtegang om met buitenlandse zorgverleners het personeelstekort in onze samenleving tegen te gaan, met als consequentie dat zij geen zorg meer zouden kunnen geven in hun eigen land. De overeenkomst tussen deze en vele andere onderwerpen is dat ethiek een belangrijke rol speelt. “Ethiek betekent dat je systematisch nadenkt over wat goed is om te doen”, zegt Hans van Delden, hoogleraar medische ethiek.
Wereldbevolking
Sommige (promotie)onderzoekers, artsen, universitair hoofddocenten en hoogleraren in het UMC Utrecht leggen zich toe op bio-ethiek: systematisch nadenken over wat goed is om te doen in levenswetenschappen. Dat gebeurt onder meer binnen Bioethics & Health Humanities. Deze subafdeling is sinds begin dit jaar een samenwerkingscentrum van de Wereldgezondheidsorganisatie, die namens de Verenigde Naties tot doel heeft de gezondheid van de wereldbevolking te verbeteren. Bioethics & Health Humanities gaat de WHO bijstaan op drie vlakken.
Toegang tot zorg
“Ten eerste ethiek bij medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen”, vertelt bio-ethicus en afdelingshoofd Rieke van der Graaf. “Verder klinische ethiek, dat je zou kunnen omschrijven als ethiek in de gezondheidszorg. En tot slot global health-ethiek. Deze tak heeft onder meer te maken met structureel mondiaal onrecht dat verweven is in de zorg en waarvoor zorgverleners aandacht zouden moeten hebben. Denk aan de manier waarop vaccins worden verdeeld tussen landen. Of dat sommige groepen mensen minder goede toegang tot zorg hebben dan andere.”
Training
Rieke en Hans leiden het samenwerkingscentrum. Welke vruchten moet het afwerpen? Rieke: “We gaan richtlijnen ontwikkelen op het terrein van de genoemde thema’s klinische, onderzoeks- en global health-ethiek. Ook denken we met andere samenwerkingscentra mee over vormen van ethiek waarvoor zij richtlijnen maken. En we zullen trainingen ontwikkelen en eventueel verzorgen voor bijvoorbeeld medewerkers van ethische commissies bij de WHO.”
Elkaar beter begrijpen
De WHO heeft ongeveer 800 samenwerkingscentra. Twaalf zijn gespecialiseerd in ethiek. Ze zijn verspreid over de hele aarde, dus gezamenlijk helpen de centra de WHO én elkaar aan een breed perspectief. Hans vertelt: “Net als Rieke heb ik in veel internationale samenwerkingsverbanden geparticipeerd en kennisgemaakt met veel andere culturen. Toch betrap ik me er weleens op zaken vanuit een westerse visie te benaderen. Voor de WHO, maar ook voor de centra uit verschillende delen van de wereld, is het belangrijk dat we elkaars perspectieven leren kennen, in dit geval op het vlak van ethiek. Zeker in een tijd van wereldwijde polarisatie, waarin sommigen tegenstellingen lijken op te zoeken, is een netwerk van samenwerkingscentra belangrijk. Je ontmoet elkaar, voert een redelijke dialoog en gaat elkaar beter begrijpen.”
Ongelijkheid
Deze ontmoetingen moeten er mede aan bijdragen dat de subafdeling Bioethics & Health Humanities richtlijnen ontwikkelt die werkbaar zijn voor artsen en onderzoekers in de hele wereld – niet alleen in een deel ervan. Hans: “Medisch-wetenschappelijk onderzoek is grenzeloos: je kunt het uitvoeren op elke plek ter wereld. Tegelijkertijd is er ongelijkheid in de wereld. In een minder welvarend land kan wetenschappelijk onderzoek iemands enige toegang tot gezondheidszorg zijn, terwijl in een welvarend land patiënten vaak alternatieven hebben voor een kwalitatief goede behandeling. Met dit soort verschillende perspectieven moet je rekening houden om te komen tot goede wereldwijde richtlijnen voor onderzoek met mensen.”
Positief
Deze aandacht voor samenwerking en verbinding is ook essentieel in de strategie van het UMC Utrecht voor 2020-2025: Connecting Worlds. De benadering levert onze organisatie en uiteindelijk patiënten evenzeer voordeel op. Hans: “Het is positief dat iedereen binnen de subafdeling Bioethics & Health Humanities kan kennismaken met veel meer visies en perspectieven nu we samenwerkingscentrum van de (WHO) zijn.”
Preventie hiv
In de afgelopen jaren hééft het UMC Utrecht al zijn waarde getoond voor de WHO. Mede dankzij die verdiensten is nu sprake van een structurele samenwerking. Rieke: “Hans en ik hebben jarenlange ervaring met werk voor de Wereldgezondheidsorganisatie. Zo speelden we al een rol bij de ontwikkeling van ethiek-richtlijnen voor gezondheidsonderzoek waarbij mensen betrokken zijn. Ik heb ook meegeholpen aan een geactualiseerde richtlijn voor ethische overwegingen bij onderzoek naar hiv-preventie.”
Snel schakelen
Wat hopen Rieke en Hans over een paar jaar te hebben bereikt met het samenwerkingscentrum? “Dat we de wereld een stukje eerlijker en rechtvaardiger hebben gemaakt”, zegt Rieke. “Het zou fijn zijn als we dan een aantal richtlijnen hebben ontwikkeld. Verder verwacht ik dat we binnen het netwerk van WHO en samenwerkingscentra op het gebied van ethiek snel kunnen schakelen bij actuele vraagstukken. Iedereen herinnert zich nog dat minder welvarende landen moeilijker aan vaccins konden komen tijdens de coronapandemie. Wat is goed om te doen in zo’n situatie? Voor dat soort vraagstukken heb je op korte termijn een WHO-richtlijn nodig.”
Julius Centrum
Bioethics & Health Humanities bestaat sinds begin dit jaar en maakt deel uit van afdeling global public health & bioethics van het Julius Centrum.