Onze nieuwe innovators komen eraan
Tien jaar geleden kwam ik bij congressen vertellen over printen van cellen en kraakbeen en werd ik vreemd aangekeken”, vertelt Jos Malda. Maar het kan verkeren.
“Die ontwikkelingen zijn heel snel gegaan”, concludeert Jos, programmaleider van de
masteropleiding Biofabrication
. Hij en zijn collega Paul Dalton bij de Universiteit van Würzburg in Duitsland gingen direct aan de slag toen ze hoorden van de mogelijkheid voor Europese subsidie bij een uitwisselingsprogramma met Australië. “We wisten dat we met disciplines als (stam)celbiologie, engineering en robotica bij uitstek in een internationaal vakgebied zitten, dus je moet al die mensen aan elkaar verbinden.” Hun enthousiasme werd ingegeven door de behoefte in het veld aan goede onderzoekers en specialisten. “Dat is maar goed ook”, zegt Jos. “Als we eerst met het papierwerk waren begonnen, dan hadden we het nooit gedaan. Nu we onderling al op een lijn zaten, volhardden we in het zoekwerk binnen ingewikkelde regels over collegegelden, het onderwijsprogramma en ook de uitdaging om de eisen van vier instituten aan elkaar te plakken.”
Lessen voorbereiden door studenten zelf
Dat de studenten niet allemaal dezelfde vooropleiding hebben gedaan, was geen probleem, vindt Jos. “Ze zijn allemaal geselecteerd op hun kennis en niveau in een biologische hoek met technische affiniteit. Dat biedt de grond voor een gemeenschappelijke taal die ze allemaal spreken. Natuurlijk zijn er verschillen. Maar die bieden ook mogelijkheden om ze zelf met ‘peer-teaching’ aan de gang te laten gaan, waarin ze lessen voorbereiden in groepjes. Hoewel niet alle lessen voor iedere student precies even interessant zullen zijn, tillen de verschillende achtergronden het gezamenlijke niveau omhoog.” Docenten zijn al net zo mobiel als hun studenten. Een Nederlandse docent kan ook lesgeven in Australië, en een Australische docent in Duitsland.
Gaasstructuurtje in hart
Malachy Maher – een van de studenten – laat tussen duim en wijsvinger zijn onderzoeksproject zien waar hij dit laatste masterjaar in Utrecht aan werkte: een speciaal wit gaasstructuur van 1 cm dat in de nabije toekomst wellicht in de hartspier geplaatst zal worden. “Dit kleine vormpje, dat ik met de printtechniek van het UMC Utrecht heb gemaakt, zal dan met de toevoeging van stamcellen gekweekt in een gel voor regeneratie van de hartspier gaan zorgen”, vertelt hij enthousiast. “Het materiaal moet nu nog verbeteren op eigenschappen als flexibiliteit én stevigheid, zodat het als het ware als een kameleon kan opgaan in de hartspieromgeving. Maar ook de inhoud, de stamcellen in de gel, moet nog beter onderzocht worden op de werking, en volwassen worden.”
Malachy begon zijn master in september 2015 in Wollongong Australië en ging het tweede jaar naar Utrecht. Daar kwam hij in een voor hem nieuwe wereld van de biomedische kant van onderzoek. “Geweldig om zo dicht bij de artsen in het ziekenhuis te werken. Ik zou er terug in Australië graag mee doorgaan.” Over een baan hoeft hij zich geen zorgen te maken, het volgende onderzoek naar een nieuwe bio-inkt begint alweer deze maand. Jos bevestigt dat het merendeel al een baan heeft terwijl ze nog niet eens zijn afgestudeerd. “En dat kan overal zijn. Een Nederlandse studente die het tweede jaar in Australië studeerde, krijgt nu een baan aan de Universiteit van Würzburg. Het is eigenlijk een internationale community. Precies wat we ook wel geprobeerd hebben te stimuleren. Daardoor hebben ze een groep mensen om zich heen die samen met hen de nieuwe innovators op dit gebied worden.”
Verder lezen?
Lees meer over onderwijs op umcutrecht.nl