Nieuw onderzoek naar slagaderverkalking
De Hartstichting heeft 6 miljoen euro subsidie toegekend aan een landelijk consortium dat onderzoek doet naar de verschillen in mechanismen van ontstaan en progressie van slagaderverkalking. Gerard Pasterkamp, hoogleraar Experimentele Cardiologie in het UMC Utrecht, leidt het onderzoek in samenwerking met drie onderzoekers uit Rotterdam, Amsterdam en Nijmegen. Het doel van het onderzoek is een vertaling van kennis naar klinische praktijk. Patiënten kunnen hierdoor nauwkeuriger worden ingedeeld op basis van hun risico op ernstige hart- en vaatcomplicaties.
Slagaderverkalking is een belangrijke oorzaak van diverse ernstige hart- en vaatziekten, zoals een hartinfarct of beroerte. Het heeft daarmee een grote invloed op de cardiovasculaire ziektelast. Zelfs met de best beschikbare behandeling, waaronder medicatie en leefstijlaanpassingen, blijven patiënten een hoog risico houden op ernstige complicaties.
Verschillen in kaart brengen
Patiënten met slagaderverkalking krijgen momenteel allemaal dezelfde behandeling. Maar dat is mogelijk niet optimaal, omdat onderliggende oorzaken van slagaderverkalking verschillend kunnen zijn. Daarom gaat het consortium onderzoek doen naar deze verschillen. Ze gaan variaties in slagaderverkalking bestuderen, diagnostische markers ontwikkelen, onderliggende mechanismen onderzoeken en gepersonaliseerde behandelopties ontwikkelen.
Het onderzoek bestaat uit drie onderdelen:
Verschillende plaquetypes
De aard van atherosclerotische plaques varieert sterk tussen patiënten. Sommige plaques zijn stabiel en veroorzaken weinig problemen. Terwijl andere kwetsbaar zijn en gemakkelijk kunnen scheuren, wat leidt tot acute gebeurtenissen zoals een hartinfarct. Daarom gaan onderzoekers de verschillende soorten atherosclerotische plaques in kaart brengen. Ze kijken hoe deze geassocieerd zijn met klinische presentaties en naar de effectiviteit van therapieën.
Beperkte diagnostiek
Huidige diagnostische methoden, zoals angiografie, geven slechts beperkte informatie over de samenstelling en stabiliteit van plaques. Daarom willen onderzoekers biomarkers in bloed identificeren of nieuwe beeldvormende technieken ontwikkelen. Hiermee kan het mogelijk worden gemaakt om stabiele en instabiele plaques te onderscheiden.
Gebrek aan gepersonaliseerde behandeling
De huidige behandelingen zijn vaak generiek en houden geen rekening met individuele verschillen in plaque-kenmerken en de onderliggende oorzaken. Onderzoekers gaan analyseren hoe lipidenmetabolisme, immuunsysteem, darmflora en genetische factoren bijdragen aan de vorming en destabilisatie van plaques. Daarnaast worden de gevonden markers gevalideerd in de kliniek.
Over het onderzoek AtheroNeth
Alle 7 umc’s participeren in dit landelijk gedragen onderzoek. De onderzoeksleiders van het consortium AtheroNeth zijn Gerard Pasterkamp (UMC Utrecht), Menno de Winther (Amsterdam UMC), Jeanine Roeters van Lennep (Erasmus MC) en Niels Riksen (Radboudumc). Het doel van het consortium is een vertaling van kennis naar klinische praktijk. Waarbij ook patiënten nauwkeuriger kunnen worden ingedeeld op basis van hun risico op ernstige hart- en vaatcomplicaties, wat leidt tot betere preventie en gerichtere interventies. Bovendien dragen deze ontwikkelingen bij aan lagere zorgkosten, onder meer omdat er minder dure behandelingen zoals bypass-operaties en stentplaatsingen nodig zullen zijn.