| Meer zorg

Melissa streeft naar comfortabele narcose

Het UMC Utrecht is als een klok: de activiteiten gaan 24 uur per dag door en dat is alleen mogelijk wanneer de onderdelen van het raderwerk precies in elkaar grijpen. In een zomerserie lichten we er een aantal uit. Deze keer: anesthesiemedewerker Melissa Westrik. “Ik wil bereiken dat een patiënt na de narcose denkt: ik heb geen pijn of andere problemen gehad en een volgende keer zou ik zonder angst onder narcose gaan.”

Ervoor zorgen dat de anesthesioloog in staat is mensen ‘in slaap te brengen’. Dat hij of zij patiënten voorafgaand aan een operatie geheel of lokaal kan verdoven. Daarna een soort ‘verlengde arm’ zijn van de anesthesioloog door tijdens de ingreep de hartslag, bloeddruk, ademhaling en temperatuur van de patiënt in de gaten te houden. Met deze woorden heeft Melissa Westrik in haar privékring al dikwijls op de kortst mogelijke manier uitgelegd wat een anesthesiemedewerker doet. “Veel mensen weten niet precies wat onze taken zijn.” Lachend: “Daar kijk ik niet van op, want zélf wist ik het een paar jaar geleden ook nog niet.”

Enthousiast

Melissa had haar diploma voor hbo-verpleegkundige op zak en werkte in de thuiszorg, toen zij in 2015 uitkeek naar een andere baan. “Tijdens een online zoektocht naar vacatures las ik dat het UMC Utrecht/Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) intern anesthesiemedewerkers opleidde. Ik verdiepte me in de functie en besloot een week mee te lopen met anesthesiemedewerkers in het ziekenhuis. Meteen raakte ik enthousiast. Na die week heb ik gesolliciteerd, werd ik aangenomen en begon ik aan de opleiding. Die rondde ik af in 2018. Vier jaar later ben ik nog net zo enthousiast over het beroep als destijds; ik ben blij met mijn werk.”

Technisch, praktisch en menselijk

Een anesthesiemedewerker moet van verschillende markten thuis zijn. Dát is wat Melissa zo aantrekt in het beroep. “Het is een technisch vak, een praktisch vak én een menselijk vak.” De 30-jarige is betrokken bij alle soorten operaties in het UMC Utrecht/WKZ. Kindercardiologie is de enige uitzondering, want voor ingrepen van patiëntjes met een hartaandoening wordt een gespecialiseerd team ingezet.

Voorbereiden

Hoe ziet de gemiddelde dag van Melissa eruit? “Om haf acht ’s morgens wordt de eerste operatie voorbereid. Dan check ik bijvoorbeeld het beademingstoestel en de medicatie. Daarna ga ik de patiënt ophalen op de holding: de ruimte waar de operatie wordt voorbereid. Ter controle vraag ik de patiënt onder meer naar zijn naam en soort operatie. Van de holding neem ik de patiënt mee naar de operatiekamer.”

Spannend

De minuten voorafgaand aan een ingreep zijn spannend voor de meeste patiënten; een narcose en operatie zijn noodzakelijk, maar een mens kan zich aangenamere activiteiten voorstellen. Melissa: “Hier komt de menselijke kant van mijn vak om de hoek kijken. Hoe kort mijn contact met de patiënt ook is, het is belangrijk in te schatten of de ander nerveus of ontspannen is. Op basis daarvan kies ik mijn woorden.”

Rustig wakker worden

Wat doet u normaal gesproken op dit tijdstip? Dat is een vraag de Melissa dikwijls aan een zenuwachtige patiënt stelt om voor enige ontspanning te zorgen. “Iemand begint dan bijvoorbeeld te praten over zijn werk of familie. Ik vraag ook altijd aan de patiënt, of hij of zij een mooie droom heeft uitgekozen. De achterliggende gedachte: als je met een fijne gedachte onder narcose gaat, word je rustiger wakker.”

Prinsessenknuffel

De omgang met kinderen en pubers is meestal anders dan het contact met volwassenen, vertelt Melissa. “Bij jonge patiënten probeer ik in te spelen op iets dat ik ter plekke zie of hoor. Een prinsessenknuffel van een klein meisje bijvoorbeeld. Of een boekje dat een kind in zijn hand heeft. Vaak vraag ik ook naar iemands hobby. Bij kinderen heb je trouwens hulp van een ouder en pedagogisch medewerker, die meelopen van de holding naar de operatiekamer.”

Snel schakelen

Op de operatiekamer komen de praktische en technische kant van de anesthesiemedewerker naar boven. Melissa: “Met ‘praktisch’ bedoel ik dat het belangrijk is dat je snel kunt schakelen. Als van de ene op de andere minuut een slachtoffer van een ernstig verkeersongeluk moet worden geopereerd, is het zaak rap de voorbereidingen voor anesthesie te treffen, zodat het operatieteam gauw aan de slag kan. En tijdens de ingreep kan de toestand van de patiënt snel verslechteren. Daar moet onmiddellijk op worden gereageerd.”

Bewaken

De technische zijde van het vak houdt in dat de anesthesiemedewerker de zogeheten vitale functies van de patiënt bewaakt tijdens de ingreep. Melissa: “Het gaat om de hartslag, bloeddruk, ademhaling en temperatuur. De temperatuur meet ik via een temperatuurslangetje in de neus of mond. En met een elektrocardiogram (ECG) houd ik de activiteit van de hartspier in de gaten. Hiervoor heb ik ECG-stickers op de borst van de patiënt geplakt.”

Ritmestoornis

Soms blijkt een patiënt een ritmestoornis te hebben. Te denken valt aan een trage hartslag, oftewel bradycardie. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de chirurg aan de oogspier trekt tijdens oogchirurgie. Hierop wordt eventueel ingespeeld met medicatie. Melissa: “Eerst stellen we vast dát er een ritmestoornis is en daarna wát voor soort stoornis het is. Is de ritmestoornis gerelateerd aan de ingreep? Zien we bijvoorbeeld dat de chirurg aan de oogspier trekt? Dan is de oplossing dat de chirurg moet stoppen met manipuleren, oftewel aanraken van de oogspier, of dat wij bepaalde medicatie geven. Als er een levensbedreigende ritmestoornis ontstaat, moet soms worden gereanimeerd.”

Medicatie aanpassen

Melissa vervolgt: “De patiënt draagt tijdens de operatie een bloeddrukmeter om een bovenarm, zodat ik zicht heb op de bloeddruk. Als de bloeddruk stijgt, kan dit betekenen dat de patiënt pijn heeft. Dan moet wat meer medicatie worden gegeven tijdens de ingreep, zodat de bloeddruk daalt. Als ik zie dat de bloeddruk van de patiënt te veel dáált, kan de reden bijvoorbeeld zijn dat de chirurg een bloeding heeft veroorzaakt. Dan is het vooral belangrijk dat chirurg de bloeding stopt. Ook kunnen de toegediende anesthesiemiddelen de reden van de bloeddrukdaling zijn. Binnen de anesthesie hebben we middelen die ervoor zorgen dat de bloedvaten wijder open gaan staan, vasodilatatie heet dit. Met behulp van medicatie kunnen wij de bloeddruk dan weer laten stijgen.

Knijper

Melissa controleert het zuurstofgehalte in het bloed met een saturatiemeter. Die is als een knijper aan een vinger van de patiënt bevestigd. Ze zegt: “Tijdens de narcose kan de patiënt niet altijd zelfstandig ademhalen. De ademhaling wordt veiliggesteld door een larynxmasker of beademingsbuisje te plaatsen. Als het zuurstofgehalte toch te laag blijkt te zijn, hebben we hulpmiddelen om dit te verbeteren. Bij dit alles is er voortdurend interactie met de chirurg en anesthesioloog.”

Waarderen

De anesthesioloog waardeert het als de anesthesiemedewerker meedenkt, zegt Melissa. “Dat maakt mijn werk extra interessant en uitdagend. De ene patiënt moet worden geopereerd, maar is verder gezond. De andere moet worden geopereerd en is erg ziek. Op basis van iemands conditie schat ik in of straks extra monitoring nodig is tijdens de operatie. Bijvoorbeeld een arterielijn (lijn in de slagader) prikken of een extra infuus. Ik kijk ook naar de vorm van luchtwegmanagement die we gaan toepassen. Krijgt de patiënt een larynxmasker of een beademingsbuisje tijdens de narcose? En welke medicatie past het best bij de gezondheidstoestand van de patiënt? De gebruikelijke medicatie of andere medicatie? Over al deze zaken denk ik na en ik overleg vervolgens met de anesthesioloog. Wat vindt die van het plan? De anesthesioloog bepaalt wat er uiteindelijk gebeurt, maar stelt deze actieve rol van de anesthesiemedewerker op prijs.”

Onzichtbare aders

Melissa juicht het toe dat anesthesiemedewerkers de kans hebben hun kennis en kunde uit te breiden in het UMC Utrecht/WKZ. “Zelf begin ik volgend jaar aan de opleiding tot VAS-specialist. Bij de meeste patiënten zie je aders lopen in de arm. Daar breng je dan de infuusnaald in. Maar bij sommige patiënten zijn de aders onzichtbaar met het blote oog, Dat kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer chemotherapie de bloedvaten heeft beschadigd. Dan is VAS (Vascular Access Service) vaak een uitkomst. Je plaatst een echoapparaat op een arm van de patiënt, waarna op een beeldscherm zwarte rondjes zichtbaar worden. Dat zijn bloedvaten. Dan weet je waar je het infuus kunt aanleggen. Ik ga een opleiding van vier tot zes maanden volgen die wordt gegeven door collega’s.”

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet