Krachten bundelen in traumazorg
De zorg voor traumapatiënten kan nog veel beter in Nederland, zo stelt Loek Leenen, hoofd trauma van het UMC Utrecht, en een aantal specialisten in het AD deze week. Deze groep specialisten deed gezamenlijk onderzoek vanuit hun samenwerking in Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ). Zij willen minder traumacentra en de traumazorg nog verder specialiseren. “Je moet de krachten bundelen.''
“Het is te gek voor woorden dat er in de Randstad vijf traumacentra zijn. Dan doe je allemaal een klein stukje”, zegt Loek Leenen, hoofd trauma van het UMC Utrecht, woensdag 14 juli 2021 in het AD. “Je moet die krachten juist bundelen, omdat uit onderzoek is gebleken dat je dan betere resultaten kunt behalen.''
Naar het juiste ziekenhuis, niet dichtstbijzijnde
Mensen die zwaargewond raken na een ongeluk, komen niet altijd in het juiste ziekenhuis terecht. Daardoor krijgen ze ook niet altijd de juiste zorg. “Het is een verkeerde veronderstelling om te denken, dat je naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis moet. Je moet naar het juiste ziekenhuis gaan, wat afgestemd is op de zorg die de patiënt nodig heeft”, legt Loek uit in het NOS Radio 1 Journaal. Om dit al op locatie van het ongeluk goed te kunnen beoordelen, loopt nu een groot triageonderzoek met gebruik van een app als voorspelmodel voor triage zwaargewonden in het UMC Utrecht.
Traumazorg verder specialiseren
Met onderzoek naar de gegevens van 70.000 patiënten toonde Loek jaren geleden al aan dat goede zorg zo mogelijk nóg belangrijker is dan tijd, ondanks dat 'elke seconde telt' in traumazorg. “We vonden dat wie naar een gespecialiseerd ziekenhuis op grote afstand wordt gebracht, 16 procent meer kans heeft om te overleven. Ook al bedraagt de afstand meer dan 100 kilometer.'' Daarom pleit hij er nu voor om het aantal traumacentra (nog) verder terug te brengen, van de huidige elf in Nederland naar vier à vijf of zelfs maar één. “Sinds wij in 1999 zijn begonnen met regionale traumacentra is de sterfte onder gewonden met 50 procent afgenomen. Dat zien wij als een belangrijk signaal dat traumazorg werkt en belangrijk is.''