Het liefst opereren we kinderharten in een keer
Kinderhartchirurg Bram van Wijk werkt in het Centrum voor aangeboren hartafwijkingen UMC Utrecht in het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Hij vertelt over de kleinste hartjes die het team met behulp van de nieuwste technieken opereert. En ook over zijn fascinatie voor dit vak.
Luister hier de podcast
In onze podcastserie ‘Grote vragen over kleine hartjes’ beantwoorden we veelgestelde vragen van ouders, verloskundigen en echoscopisten. Bram van Wijk, kinderhartchirurg, trapt af. Welke aangeboren hartafwijkingen zie je vaak? En zijn deze hartafwijkingen in één keer te opereren? Op deze en andere vragen geeft hij antwoord.
- Luister de podcast via Spotify
- Luister de podcast via Apple Podcasts
- Luister de podcast via Google Podcasts
Als jongste hartchirurg van Nederland heeft Bram al een indrukwekkende hoeveelheid kennis en ervaring op zak. Hij was dan ook al vroeg in zijn studie geneeskunde gefascineerd door kinderhartchirurgie en wat het voor kinderen met een aangeboren hartafwijking kan betekenen: niet alleen leven – maar een goed leven.
Hoe zag jouw werkdag er gisteren uit?
Bram: “Gisteren hebben we een kindje geopereerd van drie weken oud, met een complexe hartafwijking. De operatie duurde vijf uur en was tot het laatst toe spannend, maar gelukkig succesvol. Vanochtend, tijdens de bespreking op de intensive care, hoorde ik dat hij de nacht ook goed is doorgekomen. We zijn er nog niet, hij ligt nog aan de beademing, maar het eerste stukje is goed gegaan.
Waarom ben je kinderhartchirurg geworden?
Al vroeg in mijn opleiding zag ik een hartoperatie. Ik vond het geweldig om gelijktijdig het hartfilmpje op een scherm te zien én het echte, kloppende hart. Maar vooral dat je dat stil kunt zetten en corrigeren. Wonderbaarlijk, toch? Daarom ben ik promotieonderzoek gaan doen naar aangeboren hartafwijkingen. Want ik wilde heel graag kinderhartchirurg worden. Een kinderhart is zo mooi. Ik vind het fantastisch dat ik het kan corrigeren als er iets mis mee is, zodat het weer goed werkt en een leven lang mee gaat.
Welke aangeboren hartafwijkingen zie je vaak?
De meest voorkomende is een gaatje tussen de boezems. Vaak sluit dat vanzelf, maar als dat niet gebeurt maken we het dicht. Als de grootte het toelaat, zonder operatie. Dan brengt de cardioloog via de bloedvaten een soort parapluutje in dat het gaatje afsluit. We zien ook regelmatig gaatjes tussen de hartkamers; een Ventrikelseptumdefect (VSD). En de Tetralogie van Fallot. Daarbij zijn vier dingen in het hart anders dan normaal.
Hoe snel opereer je, nadat een kindje is geboren?
Sommige hartafwijkingen hoeven niet snel geopereerd en kunnen zelfs vanzelf genezen, zoals dat gaatje tussen de boezems. Bij andere hartafwijkingen weten we al tijdens de zwangerschap dat het kindje zonder hartoperatie niet zal overleven. Dan plannen we de bevalling en de operatie heel zorgvuldig, met het hele team.
Hoeveel operaties heeft een kind met een aangeboren hartafwijking meestal nodig?
Het liefst opereren we alles in een keer. Bij sommige hartafwijkingen kan dat niet, maar het is altijd ons streven. Als het hart zo snel mogelijk goed functioneert, wordt zuurstofrijk bloed niet gemengd met zuurstofarm bloed. Dat is belangrijk is voor de ontwikkeling van je hersenen en de andere organen. En natuurlijk is één keer opereren minder stressvol, voor het kind zelf én de ouders.
Het UMC Utrecht is gespecialiseerd in moderne beeldvormingstechnieken die helpen bij zowel het voorbereiden als het uitvoeren van de operatie. Welke, bijvoorbeeld?
Voorafgaand aan de operatie wil je goed weten wat er aan de hand is. Aangeboren hartafwijkingen zijn regelmatig zo complex dat we een driedimensionaal computerbeeld maken. Dat kun je helemaal ronddraaien en van alle kanten bekijken. Als het nodig is maken we ook een 3D-print van dat beeld, zodat je het hartje echt in je handen kunt houden. Dan zie je nog beter de (on)mogelijkheden, in voorbereiding op de operatie. Ook doen we bijvoorbeeld onderzoek naar ‘flowpatronen’ voor de geboorte: hoe stroomt het bloed? Wat betekent dat voor de operatie? Je wilt alle beelden vooraf zó goed kennen dat je de operatie als een film in je hoofd kunt afspelen.
Wat maakt het werk in het WKZ voor jou speciaal?
We kunnen complexe, academische zorg geven aan de allerkleinsten omdat alle expertise gericht op kinderen, onder één dak zit. Toch waan je je in het WKZ-gebouw in een klein streekziekenhuis. Vanaf de operatiekamer moet ik letterlijk twee klapdeuren door en dan sta ik op de intensive care. Iedereen kent elkaar – en dat zorgt voor hele korte lijntjes tussen elke discipline, tijdens het hele traject. Van zwangerschap tot (ver) na de operatie. Vanmorgen op de fiets vroeg ik me nog af waarom ik dat nou zo prettig vind.
Toen dacht ik: het is als een sterrenrestaurant; een plek waar iedereen samenwerkt om het hoogste niveau te leveren. Als je echt kwaliteit wilt bieden, moet je dicht bij elkaar staan. Ik wil dus eigenlijk gewoon in een sterrenrestaurant werken – en dat doe ik hier. We hebben korte lijntjes én vooruitstrevende academische expertise, mogelijkheden en technieken. Die combinatie zorgt ervoor dat we topzorg leveren.”