Het beste van twee werelden
Krap vier jaar zit er tussen de eerste afdeling van het Prinses Máxima Centrum, tijdelijk gehuisvest in het Wilhelmina Kinderziekenhuis van het UMC Utrecht, en de officiële opening van het nieuwe zorg- en researchcentrum. “Zonder vrienden als het UMC Utrecht was het niet gelukt”, vertelt Diana Monissen, bestuursvoorzitter van het Prinses Máxima Centrum. “Ik ben blij dat we een bijdrage hebben kunnen leveren en dat er een mooi partnership is gegroeid”, reageert Mirjam van Velthuizen, bestuurslid van het UMC Utrecht.
Diana Monissen is al vanaf 2011 betrokken bij het initiatief om tot één nationaal zorg- en researchcentrum voor kinderoncologie te komen: eerst als lid van de raad van advies, daarna als lid van de raad van commissarissen en sinds juli 2015 als bestuursvoorzitter. Mirjam van Velthuizen trad in oktober 2013 toe tot de raad van bestuur van het UMC Utrecht en speelde een belangrijke rol in de onderlinge samenwerking. Samen blikken ze terug.
Mirjam van Velthuizen: “Eind 2013 was er al heel lang gepraat om tot één nationaal centrum voor kinderoncologie te komen. Er was veel weerstand, niet iedereen was overtuigd van het nut. De ambitie was groot en het was onmogelijk om die vanaf dag 1 te realiseren. In de zomer van 2014 kwamen we tot de conclusie dat we nog heel lang konden praten, maar dat het beter was om te beginnen. In september hebben we een gang vrijgemaakt in het Wilhelmina kinderziekenhuis voor de eerste afdeling van het Prinses Máxima Centrum: voor kinderen met solide tumoren.”
Diana Monissen: “Dat besluit was het omslagpunt, het zetje dat het balletje aan het rollen heeft gebracht. Het was natuurlijk een zakelijke overeenkomst, waarmee we een samenwerkingsrelatie aangingen en het Prinses Máxima Centrum in Utrecht kon komen, maar het getuigde ook van geloof in kinderoncoloog Rob Pieters en zijn idee voor de concentratie van zorg en onderzoek in één gespecialiseerd centrum. Dat geloof was belangrijk, want er was veel weerstand in het land: men twijfelde aan de meerwaarde. En bij de zeven bestaande behandelcentra voor kinderoncologie was weerstand om de zorg over te dragen. Eén UMC heeft toen zijn nek uitgestoken en is pal blijven staan voor deze vorm van specialisatie.”
Mirjam van Velthuizen: “Als je zo’n vernieuwend concept wil waarmaken, moet je het als grote organisatie met diversiteit niet zelf willen doen. Vernieuwing op die schaal vraagt om focus en vrijheid om te handelen. Je kunt wel helpen met ondersteuning en samenwerking.”
Diana Monissen: “Veel UMC’s zeiden: ‘Het is best een goed idee, maar dan wél bij ons in huis.’ Dat werkt niet. Innovatieve bedrijven groeien op een andere wijze. Als je onvoldoende ruimte geeft, komen ze niet tot wasdom. En het Prinses Máxima Centrum is razendsnel gegroeid! Rob Pieters was nummer 1, ik – bij wijze van spreken – nummer 32 en nu werken er 1000 mensen. Bestaande organisaties hebben een andere dynamiek. Desondanks hebben we elkaar goed kunnen helpen.”
Mirjam van Velthuizen: “Daarvoor wil ik de medewerkers van het Prinses Máxima Centrum en het UMC Utrecht een groot compliment geven. Het is niet zonder de nodige frictie gegaan, maar multidisciplinair hebben we elkaar gevonden. Het is een win-winsituatie, deze samenwerking biedt het beste van twee werelden.”
Diana Monissen: “We hebben niet alleen samengewerkt op het gebied van zorg en research, maar ook van HR, facilitair en ICT. Bij ICT waren inderdaad nog wel eens fricties, daar kon je niet om heen, maar dat hoort erbij. Uiteindelijk heeft het allemaal bijgedragen om de meerwaarde te creëren die we nu hebben als specialistisch zorg- en researchcentrum op het gebied van kinderkanker, het grootste ter wereld.”
Mirjam van Velthuizen: “Ook financieel was het ingewikkeld, het had meer keren kunnen klappen. Eén voorbeeld uit vele: de verbindingsbrug tussen het Wilhelmina Kinderziekenhuis en het Prinses Máxima Centrum was aanvankelijk met de kortste lengte ontworpen: rechtdoor. Dat was niet wenselijk, omdat de patiënten aan de verkeerde kant binnenkwamen. De brug moest langer en langer is duurder. Daar kan zo’n project helemaal op klappen, maar we zijn altijd doorgegaan. Ongelooflijk dat dit in 4 jaar tot stand is gebracht.”
Diana Monissen: “Zonder vrienden als het UMC Utrecht en KiKa was het niet gelukt.”
Mirjam van Velthuizen: “Ik ben blij dat we een bijdrage hebben kunnen leveren en dat er een mooi partnership is gegroeid. De samenwerking is goed, we leren er veel van en Nederland is wereldwijd op de kaart gezet.”
Diana Monissen: “Ik hoop dat dit voorbeeld goed doet volgen.”
Mirjam van Velthuizen: “Key is dat het niet over ego’s gaat. Het gaat om samenwerking met hetzelfde doel.”
Diana Monissen: “Eens. Daarom hebben we allerlei samenwerkingsverbanden lopen. Bijvoorbeeld met het Hubrecht Instituut voor breder fundamenteel onderzoek. En we blijven de kinderen die bij ons onder behandeling hebben gestaan hun hele leven monitoren: vanwege de zware chemotherapie kan er restschade optreden, bijvoorbeeld aan het hart, en dan is het fijn als je gespecialiseerde partners hebt, zoals het Wilhelmina Kinderziekenhuis.”
Mirjam van Velthuizen: “Ik moet dan direct denken aan een kindje dat een tumor dicht bij het hart had. Toen is er een kindercardiochirurg van het WKZ bij betrokken: die combinatie heb je dan nodig. Een ander voorbeeld is het gemeenschappelijke centrum voor stamceltransplantatie. Daarvoor is dure infrastructuur nodig, die geclusterd was in het UMC Utrecht. Die bevindt zich nu in het Prinses Máxima Centrum. Een geïntegreerd team van het Prinses Máxima Centrum en het WKZ doet nu alle stamceltransplantaties bij kinderen.”
Diana Monissen: “In onze apotheek gaan we zelf de parenteralia maken. We hebben snel apothekersassistenten gevonden, maar de robots moeten nog ingeregeld worden. We zouden de apotheekfunctie niet zonder ondersteuning van het UMC Utrecht hebben kunnen doen. Over een aantal weken wel. En we krijgen een intra-operatieve MRI voor neurochirurgische ingrepen in het hoofd. Dankzij de beelden kan nauwkeuriger geopereerd worden en is er minder restschade. Zo’n intra-operatieve MRI is van grote waarde voor kinderen met een hersentumor. Het is een geweldige investering, maar de kosten worden niet gedekt door de zorgverzekeraars. Gelukkig hebben we vorig jaar tijdens ons eerste gala een donatie van het UMC Utrecht gekregen. Het apparaat wordt door een Nederlands bedrijf gebouwd en staat in het Wilhelmina Kinderziekenhuis.”
Mirjam van Velthuizen: “Ik ben trots als ik door de gang loop en over de verbindingsbrug. Blauwe of oranje mouwen? Het maakt niet uit: we doen het samen.”
Diana Monissen: “Expertise en vasthouden aan je doel: dan kun je samen bereiken wat je bereiken wilt.”
Verder lezen?
Lees meer over kinderoncologie op hetwkz.nl.