Oudere nierpatiënten die voor de keuze staan om wel of niet te dialyseren, willen niet alleen een medische prognose horen, maar vooral weten hoe de behandeling hun leven kan beïnvloeden. Onderzoek van Namiko Goto in het UMC Utrecht onder 187 dialyserende 65+’ers laat zien dat 40% na zes maanden minder zelfstandig was.
De Nederlandse bevolking vergrijst. Dit zien we ook terug in de patiëntengroep met nierfalen, waarbij op dit moment meer dan de helft van de patiënten 65 jaar of ouder is. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat starten met dialyseren op hogere leeftijd niet per se leidt tot een langer leven. Daarentegen kan het wel problemen met zich meebrengen. Ouderen moeten daarom een weloverwogen keuze kunnen maken tussen wel of niet starten met dialyse op basis van hun persoonlijke voorkeur, vindt
van het UMC Utrecht. Zij is geriater in opleiding en promoveerde onlangs op
haar onderzoek naar de geriatrische problemen bij oudere patiënten met nierfalen
Meerdere ziektes
“De oudere groep patiënten met nierfalen is vaak anders dan de jongere patiënten”, vertelt Namiko. “Waar het bij de jongere patiënten vaak gaat om één ziekte en voornamelijk ziektegerelateerde klachten op de voorgrond staan, gaat het bij oudere patiënten vaak om meerdere ziektes met daarbij ook vaak klachten die niet per se gerelateerd zijn aan één specifieke ziekte, zoals vallen, functionele achteruitgang en geheugenproblematiek. De variatie tussen ouderen is echter groot: waar de ene 80-jarige nog actief en zelfstandig is en geen geriatrische problemen heeft, kan de andere 80-jarige sterk afhankelijk zijn van zorg en meerdere geriatrische problemen hebben. Deze geriatrische problematiek heeft invloed op de prognose van deze patiënten en kan daardoor ook invloed hebben op het beslisvormingsproces ten aanzien van de start van dialyse.”
Kwaliteit van leven
Eén van de onderzoeken uit haar proefschrift richtte Namiko op patiënten die gingen starten of net waren gestart met dialyse. 187 oude patiënten met eindstadium nierfalen deden mee. Zij kregen vragen over hun zelfstandigheid bij de start van de dialyse en na zes maanden, zoals: hebt u hulp nodig bij baden of douchen, aankleden, naar het toilet gaan, eten klaarmaken, huishouden of boodschappen doen? Na zes maanden bleek dat zo’n veertig procent van de patiënten minder zelfstandig was geworden. Om precies te zijn: 30% bleef stabiel, 18% verbeterde en 8% van de patiënten was na 6 maanden overleden.
Volgens Namiko kan deze studie informatie geven die kan helpen bij de besluitvorming rondom wel of niet dialyseren. “Veel ouderen zijn veel meer geïnteresseerd in wat het starten van dialyse zal doen met hun kwaliteit van leven en zelfstandigheid, dan of zij er langer door zullen leven. Deze studie geeft hier informatie over en kan dus helpen bij de keuze tussen wel of niet starten met dialyse.”
Persoonlijke doelen
Namiko benadrukt dat je op basis van dit onderzoek niet kunt zeggen: deze kwetsbare oudere mensen mogen niet meer dialyseren, want die hebben te veel kans om achteruit te gaan. “Kwaliteit van leven is erg afhankelijk van persoonlijke voorkeuren en doelen. De ene patiënt staat daar gewoon anders in dan de andere. Sommige mensen gaan überhaupt niet dialyseren omdat ze het te veel invloed vinden hebben op hun dagelijks leven. Maar er zijn ook mensen die alles geprobeerd willen hebben om maar zo lang mogelijk te leven. Dus ik denk dat dit van de patiënt afhangt. De studie is vooral een leidraad die kan helpen bij beslissen. En ik hoop dat de voorlichting die de nefrologen aan ouderen geven over de achteruitgang met deze informatie misschien ook makkelijker gaat.”