“Geen dag hetzelfde hier op de Neonatologie!”
“Er is een prachtig meisje geboren. De sfeer op de OK is gemoedelijk en gezellig. Een familiemoment net zoals in het begin van de week, maar nu met tranen van geluk. Ik druk de huilende vader zijn dochter in de armen. Gefeliciteerd!”
Bianco Sijbesma is één van de tien physician assistants op de afdeling Neonatologie en hij geeft ook leiding aan deze groep. Op deze afdeling liggen pasgeborenen die extra zorg nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze veel te vroeg zijn geboren. Een physician assistant werkt samen met de arts. Hij neemt bepaalde taken van de arts over, zoals behandelplannen opstellen en uitvoeren. Ook doet hij lichamelijke onderzoek en voert medische handelingen uit, zoals infusen inbrengen, reanimeren en echo’s maken.
Maandag: MRI… nooit alleen maar een plaatje
“Het was een kort weekend. Na een drukke nachtdienst ben ik op zaterdagochtend uit de nacht gekomen. In het weekend heb ik met mijn vrouw en twee kinderen vooral thuis genoten van het mooie weer. Vandaag begint om 8.00 uur mijn MRI-dag, dat betekent dat ik een aantal baby’s begeleid naar de MRI. Met de MRI maken we doorsnedefoto’s van hun hersenen om zo de ontwikkeling en eventuele schade te bekijken. Op mijn kantoor bekijk ik eerst wie er op mijn programma staan. De ene baby is na een zwangerschap van 40 weken geboren, de ander na 25 weken, die is nu qua leeftijd op het moment waarop hij eigenlijk geboren moest worden. De eerste, een jongentje, heeft tijdens de geboorte zuurstoftekort opgelopen. Het ziet er niet goed uit, maar een MRI-scan kan meer duidelijk geven. Ik loop naar de NICU (IC voor pasgeborenen) om te helpen de patiëntjes klaar te maken. Dit duurt soms wel een uur; je hebt met zieke kindjes te maken die je voorzichtig in de transportcouveuse plaatst. Je moet ervoor zorgen dat het infuus, de beademing en monitor goed werken.
Tijdens mijn eerste vergadering in de ochtend meldt een studente van het Medisch Studenten Team zich via de app bij mij. Vanwege het tekort aan verpleegkundigen werken we sinds kort met deze groep studenten samen. Zo lopen zij mee als er een medewerker met een baby naar de MRI moet voor het geval de medewerker extra hulp nodig heeft. Om 11.00 uur vertrekken we. Onderweg proberen voorbijgangers een glimp mee te krijgen van wie er in de couveuse ligt, onwetend van het verdriet dat er achter schuil gaat. We komen aan bij MRI-ruimte 8. Ik word hartelijk ontvangen, want ik ken de laboranten al lang. Ik mag zelf scannen en de laborant begeleidt mij om zeker te weten dat alles goed gaat. De scan wordt gestart. Ik ben de eerste die de volle omvang van de hersenschade voor ogen krijgt.
Na terugkomst op de afdeling krijg ik al snel het bericht dat er voor de overdracht een ethisch beraad volgt over het kindje dat net is gescand. Hier wordt de uitslag van de scan besproken: wat betekent dit voor het kindje, zijn toekomstperspectief en wat gaan wij adviseren? Tot die tijd maak ik de MRI-planning voor de komende drie maanden op orde en rooster ik de studenten in. Ik controleer of de physician assistants aan alle registratie-eisen voldoen en werk een recent gevoerd beoordelingsgesprek uit, want ik ben ook leidinggevende voor de groep physician assistants op de Neonatologie. Om 16.00 uur sluit ik aan bij het ethisch beraad. Zoals verwacht en wat ook al met de ouders is besproken ziet het er niet goed uit. Er wordt unaniem besloten de IC-behandeling te staken, erg triest. Een arts gaat hierover verder in gesprek met de ouders.
Rond 18.00 uur u stap ik op de fiets. Eenmaal thuis zijn mijn vrouw en kinderen aan het sporten. Ik heb wat tijd alleen en gebruik deze om mijn Iers te oefenen. Ik spreek meerdere talen en het leek mij nu eens leuk om Iers te leren. Je moet altijd blijven leren.”
Dinsdag: een dag op de NICU
“Vandaag sta ik ingedeeld op de NICU, op de unit waar ook het jongetje ligt, waarover gisteren is besloten om de IC-behandeling te staken. Er is met de ouders van het jongetje gesproken en ik zal ze vandaag verder begeleiden. Zij hebben vannacht bij hun kindje geslapen. Rond 13.00 uur gaat het kindje bij zijn vader en moeder op schoot. Hij ziet er zo mooi uit. Ik bespreek met de ouders wat ze kunnen verwachten. Ik check of het jongetje comfortabel ligt en geen pijn heeft. Na een uur zoekt de verpleegkundige mij op. De ouders zijn er klaar voor en willen het afscheid niet langer uitstellen. Ik verwijder de beademingsapparatuur en de monitor gaat uit. Het wordt stil op de kamer. Ik laat de ouders alleen; dit is hun moment. Iedere 20 minuten check ik hoe het gaat.
Na ruim een uur vraagt de verpleegkundige of ik weer wil komen kijken. Minuten lang luister ik of ik echt niets meer hoor. Ik ben de eerste die de ouders condoleert. Tranen volgen. Een neonatoloog bevestigt mijn bevindingen en ik maak het papierwerk in orde. Ik loop nog regelmatig even bij de ouders binnen totdat ik uiteindelijk afscheid van hen en hun zoontje neem. Een intens moment. Ik zie de ouders over zes weken weer. Hun strijd is nog maar net begonnen. Na de overdracht volgt het stafoverleg. Een schouderklopje of een vraag hoe het met mij gaat, steunt mij enorm op deze heftige dag. Hierna fiets ik weer naar huis. Heerlijk om na zo’n dag in de buitenlucht te zijn.”
Woensdag: een rustige dag
“Zoals altijd ben ik vroeg op mijn werk. Het is rustig. De patiëntjes zijn stabiel. Na de overdracht en de dagstart loop ik samen met de neonatoloog visite. Dit betekent dat we bij de kindjes en hun ouders langs gaan op de afdeling. We bespreken met de ouders hoe het gaat en wat we de komende 24 uur eventueel gaan doen. We zijn vroeg klaar met de visite en er zijn niet veel klussen. Normaal gesproken zijn we druk met opnames van nieuwe patiëntjes, infusen prikken of echo’s maken, maar nu heb ik dus even tijd om mijn administratie bij te werken. Zo maak ik mijn persoonlijk ontwikkelplan.
Rond 14.00 uur word ik gebeld. Een meisje van 800 gram heeft een probleem. Zij is recent geopereerd en het infuus zit niet meer in haar bloedvat, maar daar is zij wel van afhankelijk. Het is niet makkelijk om een nieuw infuus te prikken, omdat de bloedvaten bij haar erg lastig te vinden zijn. De ouders kijken mij hoopvol aan. Als ik zeg dat ik ga proberen om een nieuw infuus te prikken, wensen zij mij succes. Ik zit een uur in een steriele kamer en het lukt mij uiteindelijk om het allerkleinste infuus bij haar in te brengen. Na de overdracht ga ik voldaan naar huis. Zo gaat het gelukkig meestal.”
Donderdag: file door mijn schuld?
“Mijn laatste dagdienst deze week. De overdracht en dagstart verlopen soepel. Het is nog rustig op de afdeling, dus ik loop samen met neonatoloog visite net zoals de voorgaande dagen. Tijdens de overdracht is al gezegd dat er vandaag een kindje wordt opgenomen met afwijkende leverfuncties. Het is niet duidelijk wat er aan de hand is. Het kindje arriveert net na mijn visite en wordt direct onderzocht.
Hij is verder volledig stabiel. Inderdaad zijn de leverfuncties ernstig afwijkend wat fatale bloedingen als gevolg kan hebben. De maag-, darm- en leverartsen zijn al op de hoogte van de situatie en willen met het expertisecentrum in Groningen overleggen. Groningen is gespecialiseerd in maag-, darm- en leverziektes bij kleine kinderen. Zij zijn duidelijk: het kindje moet direct naar Groningen.
We sluiten het kindje aan op de beademing, geven een infuus en bespreken alles met de ouders. Donderdagmiddag om 16.00 uur is het kindje klaar voor vervoer naar Groningen. Lekker in de spits... Samen met een verpleegkundige en een overdaad aan bloedproducten, voor het geval het kindje een bloeding krijgt, vertrekken we. Een goed werkende lever maakt stollingsfactoren aan, waardoor een bloeding stopt. Dat is bij dit kindje niet het geval. Met zwaailicht en sirene murwt de ambulance zich door het stilstaande verkeer. Er staat overal file, maar wij rijden er netjes tussendoor met de ambulance. ‘We hebben een rijstrook voor ons laten afzetten’, schreeuwt de ambulance-verpleegkundige naar achteren, waardoor wij dus voor extra file zorgen. Eén uur en 10 minuten kostte de rit naar Groningen ons. Het kindje kwam stabiel aan op de intensive care van het UMC Groningen waar we hartelijk met eten en drinken werden ontvangen. De rit terug naar Utrecht duurde wat langer en ik ben laat terug. Gelukkig heb ik morgen een avonddienst.”
Vrijdag: avonddienst
“In de ochtend slaap ik lekker uit. Iedereen is werken of naar school, dus ik ben alleen thuis. ’s Middags moet ik om 16.30 uur op mijn werk zijn. Voor de overdracht loop ik een rondje op de afdeling om even te kijken hoe het gaat. Daarna ben ik samen met de neonatoloog verantwoordelijk voor de IC, verloskamers, kraamafdeling en Medium Care (hier liggen kinderen met een zwangerschapsduur vanaf 32 weken en een minimaal gewicht van 1500 gram). Dit betekent dat wij verantwoordelijk zijn als er een medische beslissing moet worden genomen. De avond bestaat vooral uit dingen als het inbrengen van infusen en het aanpassen van beademing.
Rond 20.00 uur word ik gebeld. Er wordt een keizersnede gedaan bij een mevrouw waarvan het kindje in stuit ligt. Het kindje ligt met zijn benen of billen naar beneden in plaats van met zijn hoofd. Ik ga er naar toe, om eventueel het kindje te onderzoeken na de geboorte. Er is een prachtig meisje geboren. De sfeer op de OK is gemoedelijk en gezellig. Een familiemoment net zoals in het begin van de week, maar nu met tranen van geluk. Ik druk de huilende vader zijn dochter in de armen. Gefeliciteerd!
Na de overdracht ga ik rond 23.30 uur naar huis waar iedereen natuurlijk al ligt te slapen. Het was een bewogen week, maar ik kijk al uit naar de komende week. Eerst een lang weekend met een paar dagen in Cambridge (wij zijn dol op reizen) en dan vier dagen naar een congres in Florence over infecties bij pasgeborenen. Geen dag hetzelfde hier op de Neonatologie!”
Lees meer over de afdeling neonatologie op hetwkz.nl.