Betrouwbaarder temperatuur meten
Alle oorthermometers in het UMC Utrecht maken vanaf komende zomer uitsluitend duidelijk wat bij patiënten de oortemperatuur is. Dat klinkt misschien logisch, maar het is een koerswijziging. Verpleegkundige Pieter Bakker: “Dit gaat de patiëntveiligheid verder verbeteren.”
Wie een te hoge lichaamstemperatuur heeft, bijvoorbeeld 38,6 graden Celsius, kampt met koorts en moet daarvoor zorg krijgen. Is de lichaamstemperatuur te laag, zeker onder de 34 graden, dan is ook actie nodig, want dan dreigen bijvoorbeeld hartritmestoornissen. Logisch dus dat bij patiënten in een ziekenhuis een aantal keren per dag de temperatuur wordt gemeten. De lichaamstemperatuur is een zogeheten vitale functie, net als ademhaling, bloedcirculatie, pijn en bewustzijn, die óók allemaal nauwlettend worden gevolgd.
Op het vlak van temperatuur meten verandert komende zomer iets in het UMC Utrecht. Dit levert meer eenduidigheid van de gemeten waarden op, en daar hebben patiënten baat bij. Het balletje is twee jaar geleden gaan rollen met een constatering van Pieter Bakker. Hij is senior verpleegkundige kwaliteit en veiligheid binnen de afdeling hematologie.
Continuïteit belangrijk
Pieter vertelt: “Op verpleegafdelingen en ook bij dagbehandelingen en op poliklinieken worden twee types oorthermometers gebruikt. Ik merkte dat er een verschil zat in hun meetwaarden. Dat is niet wenselijk. Stel, een patiënt op de verpleegafdeling heeft de hele dag dezelfde, goede lichaamstemperatuur. Stel verder, dat de ene thermometer aangeeft dat de temperatuur in orde is en dat de andere thermometer twee uur later laat weten dat de temperatuur te hoog is. Dan kun je de verkeerde conclusie trekken. Continuïteit in de metingenreeks is belangrijk.”
Oor- en kerntemperatuur
Waarom komen de oorthermometers tot verschillende waarden? Pieter: “Het eerste type heet Genius en is blauw. Je steekt het bij een patiënt in een oor en drukt op een knop. Daarna meet de thermometer niet alleen de oortemperatuur, maar rekent hij deze ook om naar de kerntemperatuur (de centrale lichaamstemperatuur, red.). Dat doet hij door 0.6 graad op te tellen bij de oortemperatuur. Het omrekenen is nodig, omdat de oortemperatuur lager is dan de kerntemperatuur.”
Pieter vervolgt: “Onze andere thermometer heet Braun en is wit. Deze beperkt zich tot het meten van de oortemperatuur. In de praktijk kan het dus gebeuren dat we geen consistent beeld krijgen van iemands temperatuurontwikkeling: bij de ene meting zien we de oortemperatuur, bij een volgende meting een paar uur later de kerntemperatuur, die altijd ongeveer 0,6 graden Celsius hoger is.” Een voorbeeld uit de zorgpraktijk: een verschil van 0,6 graden kan leiden tot de beslissing de patiënt al dan niet antibiotica toe te dienen.
Aan de slag
Pieter maakt deel uit van de verpleegkundige it gebruikersgroep . Hij klopte met zijn verhaal aan bij MTKF (medische technologie & klinische fysica). Dit cluster uit het UMC Utrecht is verantwoordelijk voor onder meer het beheer en onderhoud van de oorthermometers en het contact met de leveranciers ervan. Klinisch fysicus Alex Rem is hier werkzaam. Hij ging aan de slag als leider van het project dat de verandering moest bewerkstelligen.
Alex: “Het resultaat is dat in de blauwe oorthermometers de instelling wordt gewijzigd, zodat de oortemperatuur ook daadwerkelijk de oortemperatuur weergeeft. In de zomer gaan we over: dan kan ook met de 400 à 500 blauwe thermometers alleen nog maar de oortemperatuur worden gemeten. Over dit scenario is consensus bereikt met vertegenwoordigers van de artsen en verpleegkundigen en met de leverancier. De regiegroep medische hulmiddelen en kwaliteit en patiëntveiligheid is ook akkoord gegaan. We plannen een week in voor de overgang.”
Even wennen
Pieter: “Voor zorgverleners zal het even wennen zijn. We moeten opnieuw leren de gemeten waarden te interpreteren. Meet je de oortemperatuur, maar wil je bijvoorbeeld inschatten wat de kerntemperatuur is? Dan zul je er zelf ongeveer 0,6 graden Celsius bij moeten optellen.” Alex vult aan: “Het is goed om je te realiseren dat de foutmarge sowieso rond de 0,5 graden ligt. Dat komt onder andere door verschillen in positionering van de oorthermometer in het oor van de patiënt.”
Handig
Waarom eigenlijk werkt het UMC Utrecht met twee soorten oorthermometers? Alex: “Jarenlang was de blauwe thermometer de standaard in ons ziekenhuis. Een jaar of vier geleden kwam de witte op de markt. Die heeft als voordeel dat de gemeten gegevens automatisch terechtkomen in het elektronisch dossier dat het UMC Utrecht bijhoudt van de patiënt. Handig voor de zorgverlener, want die hoeft de gegevens niet meer zelf in te voeren en krijgt zo meer tijd voor andere werkzaamheden. Maar tijdens gesprekken met de leverancier van deze oorthermometer bleek dat de instelling niet zodanig kon worden aangepast, dat deze net als de blauwe thermometer de oortemperatuur omrekent naar de kerntemperatuur. Dat was de belangrijkste reden om te kiezen voor het pad dat we in de zomer gaan volgen.”