Echinococcosis is een zoönose veroorzaakt door zeer kleine lintwormen. De meeste infecties worden veroorzaakt door Echinococcus granulosus, waarbij de hond de voornaamste eindgastheer is. Echinococcus multilocularis, waarbij in Europa de vos de belangrijkste eindgastheer is, komt minder vaak voor. Deze soort kan zeer ernstige pathologie geven en wordt aangetroffen in Centraal Europa. De lintworm kan een Echinococcus-cyste vormen, welke meestal geen klachten geeft en dus niet zal worden ontdekt. Een deel zal spontaan verkalken. Bij de patiënten die wel klachten krijgen, is het beloop afhankelijk van de lokalisatie van de cyste, de groeisnelheid en het aantal cysten. Bij levercysten kan er sprake zijn van drukgevoeligheid of pijn in de leverstreek ten gevolge van hepatomegalie, misselijkheid, braken, icterus en portale hypertensie. Cysten kunnen ook voorkomen in longen, bot, nier, en het centraal zenuwstelsel. Eosinofilie treedt op bij 20-25% van de patiënten.
Diagnostiek:
- Serologie
- Punctaat: Microscopie
- Punctaat: PCR
De diagnose wordt gesteld door middel van serologisch onderzoek. Het is gevaarlijk om een cyste die mogelijk een Echinococcus-cyste zou kunnen zijn te puncteren. Lekkage van hydatidevocht naar omringende weefsels kan leiden tot ernstige anafylactische reacties en er is risico op uitzaaiing. Indien een cyste geruptureerd of chirurgisch verwijderd is kan wel microscopisch in het punctaat gezocht worden naar protoscolices, haken en hydatidezand. Er kan ook een PCR op cystemateriaal uitgevoerd worden.