Terug
Bepaling Apotheek

DPYD

Startpagina Bepalingenwijzer
Materiaal

EDTA-buis/6 ml, lila dop (E6)

Afnamevolume

6,0 ml bloed 

Afnamecondities

Kamertemperatuur

Bepalings­frequentie

4 keer per week op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag.
Materiaal dient de dag voor de bepaling voor 12:00 op het laboratorium aanwezig te zijn.

NB: Uitslag volgt uiterlijk de volgende middag.

Aanvraag, materiaal en afname

Materiaal

EDTA-buis/6 ml, lila dop (E6)

Afnamevolume

6,0 ml bloed 

Afnamecondities

Kamertemperatuur

Verzendcondities

Kamertemperatuur

Bewaarcondities

Kamertemperatuur

Monsterontvangst

Loket Externe Monsterontvangst (G03.330)

Verzendadres

UMC Utrecht
Loket Externe Monsterontvangst
Huispostnr. G03.330
Postbus 85500
3508 GA Utrecht

Analyse en interpretatie

Methode

Kwantitatieve Real Time PCR

Bepalings-frequentie

4 keer per week op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag.
Materiaal dient de dag voor de bepaling voor 12:00 op het laboratorium aanwezig te zijn.

NB: Uitslag volgt uiterlijk de volgende middag.

Referentie-waarden

Er wordt getest op de volgende varianten: *2A, *13, 1236G>A en 2846A>T.

De uitslag van de test is een genotype, dat een voorspeld fenotype geeft.  De voorspelde fenotypes zijn bij deze genetische test genactiviteitsscores (AS 2; AS 1,5; AS 1 AS 0) of advies tot fenotypering (FENO).

Klinische betekenis

Het gen DPYD codeert voor het enzym DPD (dihydropyrimidinedehydrogenase). Dit enzym speelt een grote rol in het metabolisme van fluoropyrimidines. Variaties in het DPYD gen kunnen leiden tot een verlaagde of afwezige enzymactiviteit. Hierdoor neemt het risico op bijwerkingen als neutropenie, trombopenie en ‘hand-foot’-syndroom toe.

Bij genotypering wordt het genotype vastgesteld. Het geeft aan welke allelen van het gen DPYD het geteste individu bezit. Elk allel heeft een naam die bestaat uit een ster (*) en een nummer. Het voorkomen van de verschillende DPYD-allelen en voorspelde fenotypes varieert sterk tussen verschillende bevolkingsgroepen.

Op basis van het genotype, kan de uitslag van de genetische test worden vertaald in verschillende voorspelde fenotypes:
• Genactiviteitsscore 2 (AS2): ‘normale metabole capaciteit)
• Genactiviteitsscore 1 (AS 1): gehalveerde metabole capaciteit veroorzaakt door één enkele genvariant
• Fenotypering (FENO): sterk verlaagde metabole capaciteit
• Genactiviteitsscore 0 (AS 0): afwezige metabole capaciteit

Bij FENO moet het fenotype worden vastgesteld, dit houdt in: het meten of schatten van de activiteit van het DPD-enzym.

Afhankelijk van het voorspelde fenotype, kunnen er voor specifieke geneesmiddelen, therapeutische consequenties zijn, zoals een aanpassing van de  dosering of een keuze voor een ander geneesmiddel.

Het genotype bepaalt slechts voor een deel de metabole capaciteit. Voor flucytosine waarvoor therapeutic drug monitoring gebruikelijk is, kan dit nuttig zijn om de dosering te optimaliseren. [1]

Aanvullingen

Geneesmiddelen met een ja/ja-interactie* voor minimaal één van de voorspelde fenotypes:
Capecitabine, Flucytosine, Fluouracil en Tegafur. [2]

Voor meer informatie, kijk op de website van de KNMP of de KNMP Kennisbank

*Ja/ja-interactie: ja er is een gen-geneesmiddelinteractie, ja er is actie nodig. Vastgesteld door de Werkgroep Farmacogenetica (DPWG).

Referenties

[1] KNMP. Algemene achtergrondtekst Farmacogenetica – Dihydropyrimidinedehydrogenase (DPD); geraadpleegd op 29/03/2023
[2] KNMP. Farmacogenetica; geraadpleegd op 28/03/2023.

Accreditatie

ISO15189 (M049, CH.KCA.05; M219, KF.GEN.01)

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet