Bij een verdenking op een respiratoire infectie wordt geadviseerd om het “Respiratoire pakket” aan te vragen. Bij een specifieke verdenking op kinkhoest, zie hieronder.
De diagnostiek naar Bordetella pertussis, verwekker van kinkhoest, berust op aantonen van bordetella specifiek nucleïnezuur middels PCR en op serologie. De keuze voor PCR of serologie is afhankelijk van de ziekteduur. Bij een ziekteduur van minder dan drie weken kan B. pertussis nog vaak in materiaal van de nasopharynx (wat of aspiraat) worden aangetoond. PCR heeft in die situatie de voorkeur vanwege de snelheid waarmee de uitslag bekend wordt. Een negatieve PCR sluit een bordetella infectie echter niet uit en dient vervolgd te worden met serologie.
Als de ziekteduur langer dan drie weken is heeft serologie de voorkeur, behalve bij kinderen <1 jaar bij wie PCR en/of kweek zinvol is ongeacht de ziekteduur (bacterie wordt langer uitgescheiden). De antistofrespons wordt beïnvloed door leeftijd, vaccinatiestatus, reeds eerder doorgemaakte infectie en tijdsverloop sinds de eerste ziektedag. Eénpuntsserologie kan volstaan, maar afhankelijk van de uitslag van het eerste monster kan een tweede serummonster nodig zijn. De immuunrespons kan traag verlopen. Personen die recent (< 1 jaar terug) gevaccineerd zijn met kinkhoestvaccin is tweepuntsserologie noodzakelijk om door middel van titerstijging een recente infectie aan te tonen. Vaccinatie met het accellulaire kinkhoestvaccin kan namelijk een sterke antistofrespons veroorzaken waardoor éénpuntsserologie niet meer betrouwbaar is.