Terug
Bepaling Centraal Diagnostisch Lab

Anti-Xa in bloed

Startpagina Bepalingenwijzer
Synoniemen
heparine anti-Xa, UFH, LMWH, dalteparine, nadroparine, enoxaparine, tinzaparine
Materiaal


Na-citraat, 5 mL (blauw)

Afnamevolume

0.6 mL
WKZ: 250 µL, echter minimale afname altijd een volledig correct gevulde citraatbuis (bij uitzondering een 1 mL citraatcupje)

Afnamecondities

Altijd een volle citraat buis afnemen (vullen tot de vulstreep).
De afnamebuis (citraat, blauwe dop) moet goed gevuld zijn (maximaal +/-10% afwijking van het beoogde vulvolume van de afnamebuis). Bloed voor stollingsbepalingen moet worden afgenomen d.m.v. een venapunctie (bij uitzondering m.b.v. een lijn/- katheter afname, waarbij vooraf een dummybuis moet worden afgenomen ivm eventuele contaminatie). Capillaire afname heeft het risico op stollingsactivatie en vochtbijmenging en daarmee op foutieve uitslagen. In het geval dat een venapunctie of een lijnafname echt niet mogelijk is, kan alleen na overleg met de dienstdoende klinisch chemicus (tel. 73510), een capillaire afname worden afgesproken. Voorkom onbedoelde bijmenging met infuusvloeistof of heparine. Zie hier voor preanalytische eisen.

Bepalings­frequentie

Continu

Algemene informatie

Synoniemen
heparine anti-Xa, UFH, LMWH, dalteparine, nadroparine, enoxaparine, tinzaparine
Indicatie

Bij LMWH: bloedafname circa 4 uur na toediening. Monitoren LMWH of UFH; eventueel uitsluiten aanwezigheid LMWH, UFH, of directe Xa remmer (DOAC). Bij twijfel of vragen: overleg met de laboratoriumspecialist (Dr Albert Huisman, klinisch chemicus).

Loinc

3271-4

Verrichtingscode

375580D

Aanvraag, materiaal en afname

Materiaal


Na-citraat, 5 mL (blauw)

Afnamevolume

0.6 mL
WKZ: 250 µL, echter minimale afname altijd een volledig correct gevulde citraatbuis (bij uitzondering een 1 mL citraatcupje)

Alternatief Materiaal

Geen

Afnamecondities

Altijd een volle citraat buis afnemen (vullen tot de vulstreep).
De afnamebuis (citraat, blauwe dop) moet goed gevuld zijn (maximaal +/-10% afwijking van het beoogde vulvolume van de afnamebuis). Bloed voor stollingsbepalingen moet worden afgenomen d.m.v. een venapunctie (bij uitzondering m.b.v. een lijn/- katheter afname, waarbij vooraf een dummybuis moet worden afgenomen ivm eventuele contaminatie). Capillaire afname heeft het risico op stollingsactivatie en vochtbijmenging en daarmee op foutieve uitslagen. In het geval dat een venapunctie of een lijnafname echt niet mogelijk is, kan alleen na overleg met de dienstdoende klinisch chemicus (tel. 73510), een capillaire afname worden afgesproken. Voorkom onbedoelde bijmenging met infuusvloeistof of heparine. Zie hier voor preanalytische eisen.

Bewaarcondities

Warm afdraaien 1x, bewaren bij kamertemperatuur

Bewaartermijn Materiaal

3 dagen, echter veel nabepalingen zijn maar beperkt toe te voegen in verband met de beperkte stabiliteit van de betreffende bepaling

Nabepalingstermijn

Kamertemperatuur (±20°C): 4 uur; koelkasttemperatuur (2-8°C): 4 uur; Vriezer (-20°C): 1 week, Vriezer (-70°C): 1 week. CDL: zie B3P08.

Analyse en interpretatie

Methode

Chromogene bepaling
In gebruik sinds: 06-01-2021
Laatst aangepast: 06-01-2021

Uitvoerend laboratorium

CDL, Centraal Laboratorium
Huispost G03.330
Heidelberglaan 100
3584CX Utrecht
088 75 58826

Bepalings-frequentie

Continu

Eenheid

U/mL

Meetbereik

0.05 -

Referentie-waarden

Zie de klinische protocollen in Zenya (Connect). UFH: Ongefractioneerd Heparine (UFH): anti-Xa activiteit meten wanneer met de Heparine Ratio (aPTT) geen therapeutische waarde wordt bereikt. Therapeutische range anti-Xa (UFH) in dit geval 0,3 – 0,7 IU/mL. LMWH: Het is niet nodig om routinematig anti-Xa-spiegels te controleren bij het gebruik van LMWH. Bij sommige patiënten met VTE is controle van spiegels wel noodzakelijk, bijvoorbeeld in geval van nierinsufficiëntie (eGFR < 30ml/min), zwangerschap, extreme obesitas (BMI > 50kg/m2), neonaten en kinderen. De anti-Xa-spiegel dient vier uur na subcutane toediening te worden afgenomen (topspiegel). De streefwaarde is bij toediening eenmaal daags tussen 1,0 en 2,0 IU/mL en bij toediening tweemaal daags tussen 0,6 en 1,0 IU/mL. Kinderen/neonaten (LMWH): De anti-Xa-spiegel dient vier uur na subcutane toediening te worden afgenomen. De streefwaarde is bij toediening tweemaal daags tussen 0,5 en 1,0 IU/mL.

Extreemgrenzen

M/V
- 0.5 - 1

Klinische betekenis

Deze bepaling wordt uitgevoerd in het centraal laboratorium van het CDL, UMC Utrecht (locatie AZU; G.03.330), neem voor logistieke vragen contact op met het laboratorium op toestel 58826. Neem bij vakinhoudelijke vragen contact op met de laboratoriumspecialist (Dr Albert Huisman, klinisch chemicus).

Valkuilen en interferenties

Sterk hemolytisch, sterk icterisch of sterk lipemisch materiaal (bloed/plasma) kan leiden tot onbetrouwbare of niet-rapporteerbare uitslagen.

Accreditatie

ISO15189: CH.TRH.01

IVDR Status

CE-IVD

Rondzending

ja, erkende rondzending

Technische details

Platform

ACL-TOP 750

Dood Volume

100 µL

Stabiliteit

Vriesdooicycli toegestaan: Nee

Werken bij het UMC Utrecht

Contact

Afspraken

Praktisch

umcutrecht.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet